Middels een brief aan de Tweede Kamer heeft minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid aangegeven dat boeren de sleepvoetbemester in 2019 mogen gebruiken, maar dan alleen als er bij controles aangetoond kan worden dat men bij de aanwending van drijfmest deze heeft verdund. Het gaat hierbij om een verdunning in de verhouding van twee delen mest op één deel water.
Verbod op sleepvoet
Op 1 januari 2019 gaat het sleepvoetverbod op klei- en veengronden en grasland in. Echter maakt de minister wel duidelijk dat dit verbod niet een verbod betreft op het gebruik van de bemester zelf, maar dat het een verbod betreft op het met de bemester aanbrengen van drijfmest of zuiveringsslib in geultjes tussen het gras op de grond. Bij deze manier van bemesten is gebleken dat de ammoniakemmissie een stuk hoger uitpakt dan wanneer drijfmest in geultjes in de grond gebracht wordt.
Mogelijke alternatieven
In de afgelopen jaren zijn er meerdere alternatieven ontwikkeld voor het aanbrengen van drijfmest en zuiveringsslib op klei- en veengronden en grasland waarbij de emmisie gelijk of lager uitpakt dan bij het gebruik van een zodenbemester. Van deze alternatieven blijken een tweetal manieren te werken. Dit betreffen:
- Met een pulsestrackbemester de drijfmest in kuiltjes van maximaal 5 cm breed in de grond brengen
- Met een sleepvoetbemester de met water verdunde drijfmest in strookjes van maximaal 5 cm breed tussen het gras op de grond leggen
Controles
Om de twee manieren van aanwenden te kunnen controleren zijn er een tweetal manieren. Bij bemesting met een pulsetrackbemester kan er met het oog gecontroleerd worden. Het gaat er hierbij om of de mest netjes in de kuiltjes ligt en niet over de randen heenvloeit. Als dit aan de orde is, kan men spreken van een emissiearme aanwending. Bij de aanwending middels de sleepvoetbemester van met water verdunde drijfmest is er echter technische borging vereist. Om bij de controles inzichtelijk te kunnen krijgen dat er bij de verdunning voldoende water is toegepast, moet de machine in het bezit zijn van de benodigde digitale apparatuur waarmee de verdunningen worden gemonitord.
Wet- en regelgevingen
Minister Schouten heeft aangegeven dat ze bereidt is om beide alternatieven van bemesting op te gaan nemen in een ministriële regeling. Op deze manier kunnen ze in 2019 toegepast gaan worden voor de aanwending van drijfmest en zuiveringsslib op klei- en veengronden grasland. Echter is het alternatief met de technische borging voor de sleepvoetbemester voor 1 januari 2019 niet gereed. Daarom zal minister Schouten een regeling treffen dat in 2019 en 2020 door de veehouders zelf bij controles inzichtelijk gemaakt moet worden dat men bij de aanwending van met water verdunde drijfmest de verhouding van twee delen mest op één deel water heeft toegepast.
Monitoring
Minister Schouten zal de NVWA vragen om in het handhavingsplan 2019 de naleving van dit alternatief nadrukkelijk mee te nemen. Door middel van een monitoringsplan zal bekeken worden of de vooraf verwachte emissiereductie ook daadwerkelijk behaald zal worden. Mochten de uitkomsten hoger uitkomen, dan zal de minister dit alternatief gaan heroverwegen.
Bron: LNV