Loonwerkers moeten worden getraind om te herkennen welke percelen geschikt zijn voor maisteelt in stroken. Door in te spelen op bodemvocht en de ph-waarde kan ook in een extreem jaar als 2019 winst worden behaald, is de conclusie uit het eerste projectjaar ‘Maisteelt op veen’ in Friesland. “Want laten we eerlijk wezen, plekken waar de strokenteelt is gelukt, is een hogere zetmeelopbrengst behaald.”
Michiel Raaphorst van Nordic Maize Breeding stelt dat in 2019 veel leergeld is betaald als het gaat om de onderzoeken naar maisteelt op veengrond. “We begonnen al met een neerslagtekort van vijftig millimeter. En dan moet je nog zaaien. Juist in de periode dat mais gevoelig is. De plant heeft dan vocht en dat was er niet.”
Vijf loonwerkers hebben het afgelopen jaar in samenwerking met veehouders op 22 plekken in het Friese veenweidegebied het strookfrezen waar mais wordt ingezaaid vergeleken met de reguliere grondbewerking. Dit hield in op zestien plekken ploegen in, op één plek overtopfrezen, één keer spitten en op drie plekken smaragd/vliegelcultivator. “Op de percelen waar geen vochttekort was, scoorde strokenteelt beter. De kolfzetting was beter, er zaten meer meeldraden aan de kolf en daarmee was het zetmeelgehalte ook hoger.”
Veel schade door ritnaalden
De droge weersomstandigheden zorgden ook voor veel schade door ritnaalden. “Waar beworteling goed op orde is, zul je minder problemen door ritnaalden zien. Door stress, in dit geval droogte, geeft de plant en signaal naar de insecten van ‘Kom maar’”, verklaart Wim van Garderen van Pireco. Het bedrijf levert biostimulanten. “Bemesting vind ik symptoombestrijding. Je moet ritnaalden herkennen en beheersen. Met onze producten bootsen we diversiteit na. Als de maisplanten echter al op half zeven liggen, ben je te laat.”
Qua tonnages vallen de resultaten bij reguliere maisteelt beter uit. Wat Michiel Raaphorst betreft bepalen de extremen desalniettemin te veel het resultaat. “Bij zeven van de elf objecten heeft strokenteelt meer zetmeel. Uiteindelijk moet de veehouder kilo’s hebben. Het gaat om de kwaliteit, dat door zetmeel wordt bepaald. De kolven in snijmais zijn groter en er is meer afkleuring. VEM hetzelfde verhaal.”
"Teelt van mais in stroken is een robuust praktijkrijp systeem, maar we moeten de kop er wel bij houden."
Raaphorst stelt dat er al veel winst te boeken valt door de uitgangssituatie vast te stellen. “Eigenlijk moet de beschikbaarheid van bodemvocht eerst gecontroleerd worden, voordat er gekozen wordt voor strokenteelt. Dit is te bepalen en te meten. Op veen is al te snel te weinig vocht, ook lijkt het wel nat. Als loonwerker moet je vervolgens ook nee durven te zeggen. Anders ben je kansloos.” Raaphorst benadrukt dat met strokenteelt een goed alternatief gevonden is voor maisteelt op veen, dat met name door de diepe grondbewerking ter discussie ligt. “Het is een robuust praktijkrijp systeem, maar we moeten de kop er wel bij houden.”
Duurzame mais telen op puur veen
Tegelijk met de praktijkproeven wordt door DLV Advies gekeken op welke manier de maisteelt verder kan worden verduurzaamd. “Enerzijds omdat we geen glyfosaat meer mogen toepassen, anderzijds omdat we toe willen naar minder kunstmest en bestrijdingsmiddelen”, legt adviseur Sytze Waltje uit. Verschillende soorten bemesting, onderzaaimethoden, coatings en bewerkingstechnieken, zoals strip-till en ondergrondse ploegen, zijn onder de loep genomen. Ook in deze proeven hebben de weersomstandigheden een rol gespeeld. “Zo heeft gras op sommige plekken traag opkomende maisplanten gestikt. Op sommige plekken waren we genoodzaakt om toch Calaris en Samson toe te dienen. Dit had resultaat, maar bleek niet genoeg om de achterstand door de intense droogte goed te maken.”
Waltje ziet toch voldoende aanknopingspunten in zo’n specifiek jaar als 2019. “Voorzichtig zeg ik ja, dat duurzame maisteelt op puur veen kan. Het was één grote ramp, maar daardoor krijg je wel van alles te zien. Strokenfrees biedt perspectief. Volvelds frezen geeft het beste resultaat. Exacte bemesting levert euro’s op. En ph is van essentieel belang voor het slagen van de teelt. Wij hebben in de praktijk gezien dat als je met een ph-waarde begint, zoals wij in de proef in Aldeboarn, dan had ik er geen mais geteeld. Dus naast vocht is ook het gebruik van een Veriscan, om de ph-waarde te analyseren, aan te raden voor ergens met maisteelt te beginnen.”
Landbouwpartijen optimistisch
Bouwe Bakker, adviseur namen zevens landbouwpartijen in het Veenweideprogramma Friesland, blijft na ook met de tussentijdse resultaten van de praktijkproeven optimistisch over de kansen van maisteelt op veen. “We willen de critici met argumenten overtuigen dat het niet nodig is om maar helemaal met mais op veen te stoppen. Het is aan ons om te laten zien dat we met de goede dingen bezig zijn.”
De projecten rond maisteelt op veen worden mogelijk gemaakt door de provincie Fryslân en uitgevoerd door DLV Advies, Projecten LTO Noord en Nordic Maize Breeding.
Tekst: Martin de Vries
Foto: Delphy