Eindelijk is er dan regen gevallen. Nu geldt direct de volgende vraag: hoe gaan we nu om met de bemesting? Wanneer de grasmat verdroogd is, kan de bemesting voor de rest van het seizoen beperkt blijven tot een kleine gift dierlijke mest.
Op beregende percelen, of percelen die een goede vochtvoorziening hebben, kan de bemesting op veengronden beperkt worden tot eenderde van de normale bemesting en op niet-veengronden tot tweederde. Door de hoge bodemtemperaturen is de stikstofmineralisatie namelijk sterk verhoogd.
Verdroogde percelen
Moet ik nog bemesten? Dat is een vraag die bij veel boeren leeft. Het groeiseizoen 2018 is in grote delen van Nederland ongekend droog. Nu het weer serieus gaat regenen zal de grasgroei langzaam weer op gang komen. Op verdorde percelen kan dit wel een paar weken duren. De mineralisatie op deze percelen is hoog en tegelijk is er nog nawerking van eerder gegeven stikstof. Zie ook advies bij vochttekort in Adviesbasis. Praktisch gezien betekent het dat er nauwelijks nog bemesting nodig is. Tegelijk hebben veel bedrijven nog mest in opslag, temeer daar er de afgelopen periode ook nauwelijks mest uitgereden is en de melkkoeien vaker op stal gehouden zijn. U geeft dan bij voorkeur niet meer dan 15 m3 mest per ha, ook om de kaligift beperkt te houden. Wacht met mest toedienen tot de grond voldoende vochtig is en de hergroei op gang is gekomen. Dat leidt tot een keurig werkresultaat met een goede stikstofbenutting, minder ammoniakverlies en minder kans op afspoeling.
Beregende en goed vochthoudende percelen
Op beregende en goed vochthoudende percelen is er de afgelopen periode nog beperkte grasgroei geweest. Na neerslag komt hier de grasgroei weer snel op gang. De stikstofbemesting dient echter ook hier beperkt te worden vanwege de nawerking van eerder gegeven stikstof en vanwege een hoge stikstofmineralisatie. Vooral op veen kan deze mineralisatie zo hoog zijn dat er helemaal geen stikstof nodig is. Praktisch gezien kan de bemesting beperkt worden tot eenderde van de normale bemesting op veen en tweederde op niet-veen. In veel gevallen kan de bemesting voor de rest van het seizoen worden ingevuld met de nog op het bedrijf aanwezige dierlijke mest.
Stikstofbenutting bij late bemesting
Mogelijk komt er dit jaar toestemming om mest uit te rijden tot 15 september. Bekend is dat gras laat aangeboden stikstof nog goed op kan nemen en dat het ook in droge zomers niet direct leidt tot verhoogde Nmin-cijfers in het najaar. Dat blijkt uit proeven uit 1976. Wel zijn duidelijk hogere ruw-eiwitgehaltes te verwachten. Hogere stikstofgehaltes in het gras geven hogere stikstofgehaltes in urine, met meer risico van uitspoeling uit urineplekken. Door het gras na september zo veel mogelijk te maaien door bijvoorbeeld zomerstalvoedering toe te passen of dit gras in te kuilen realiseert u een maximale stikstofbenutting en beperkt u het risico op stikstofverliezen.
Bron: Bemestingsadvies