Welke punten zijn belangrijk bij de grondbewerking voorafgaand aan de teelt van snijmais? En wanneer kies je nu voor welke grondbewerking? Lees de tips van Agrifirm.
Bij een goed uitgevoerde zaaibedbereiding zijn onderstaande punten van belang:
- De grond ligt tot op zaaidiepte los. Een losse bovengrond zorgt er voor dat de bovengrond sneller opwarmt zodat kieming en begingroei vlot kunnen verlopen
- Voor een goede vochtvoorziening van onder af ligt het zaad net in de vaste ondergrond zodat er voldoende vocht is om ook onder droge omstandigheden na de kieming goed door te groeien
- Vlakke ligging voor een gelijkmatige opkomst.
Waarom is een vlakke ligging belangrijk voor een gelijkmatige opkomst?
- Een onregelmatig opkomend gewas geeft onder andere problemen als een moeilijk te bepalen tijdstip van onkruidbestrijding en uiteindelijk soms een onregelmatige afrijping. Planten die pas later beginnen te groeien dreigen te verstikken onder de eerst opgekomen planten en zijn daardoor gevoeliger voor legering en ziekten. In een vlak zaaibed kunnen alle zaden op dezelfde diepte gezaaid worden waardoor een gelijkmatige opkomst verkregen wordt.
- Ook zorgt een vlak zaaibed ervoor dat een mechanische onkruidbestrijding een beter effect heeft. Ook een chemische bestrijding heeft een betere slagingskans omdat ook de onkruiden meer gelijkmatig opkomen en daardoor de kans op nakiemers kleiner is.
- Een vlak en niet te grof zaaibed ervoor dat een bodemherbicide beter werkt. Bij een rommelig zaaibed is de oppervlakte van de bodem groter waardoor de hoeveelheid bodemherbicide per oppervlakte-eenheid lager wordt.
Wanneer kies je nou voor welke grondbewerking?
Er zijn een aantal vormen van grondbewerking. Wanneer kies je voor welke soort?
Kerende grondbewerking door ploegen
Met de ploeg wordt de bovenste 15 á 25 cm omgekeerd. Deze methode heeft als voordeel dat de bovengrond goed los komt en dat gewasresten goed bedekt worden. Oogstresten van het vorige hoofdgewas kunnen geen schimmels of andere ziekten meer verspreiden en een vanggewas of groenbemester zal niet gemakkelijk opnieuw uitlopen als alle bovengrondse delen onder een laag grond zitten. Onkruidzaden uit de vorige teeltcyclus worden dieper weggestopt en zullen niet kunnen kiemen.
Er is een trend naar minder diep ploegen aan het ontstaan omdat dit ervoor zorgt dat meer diepere poriën in stand blijven en meer organische stof boven in blijft als voeding voor bodemleven. Ook meer schimmeldraden en wortelresten blijven intact en daar kan een volgend gewas voordeel van hebben. Met ondergronders aan een ploeg kan een ploegzool (dat is een storende laag juist op de ploegdiepte) doorbroken worden. Wanneer grasland word gescheurd door te ploegen is de kans op schade en de mate van schade door ritnaalden in het eerste jaar kleiner dan bij NKG.
Niet kerende grondbewerking (NKG)
NKG-bewerkingen zijn bewerkingen die de grond los maken maar niet een deel van de bouwvoor ondersteboven leggen. Een dergelijke bewerking kan meer variëren in diepte dan een kerende grondbewerking, wel van 12 tot meer dan 30 cm. Deze bewerking mengt de bewerkte laag meer of minder, afhankelijk van het gebruikte type werktuig.
NKG zorgt dat veel organische stof bovenin blijft. De bewerking is meestal goedkoper dan ploegen, de capaciteit in ha/uur hoger en het brandstofverbruik lager. De mineralisatie van organische stof verloopt trager omdat minder zuurstof in de grond gebracht wordt. Om deze reden is in de eerste 3 teeltjaren nadat iemand van ploegen overschakelt naar NKG ongeveer 30 kg N/ha extra bemesting nodig om de tijdelijk verminderde mineralisatie te compenseren. Na ongeveer 3 jaar is de hoeveelheid organische stof die per jaar afbreekt weer op het peil als bij ploegen. Bij vroegtijdig diep losmaken en weinig aandrukken is er kans op te veel uitdrogen van de bouwvoor.
Spitten
Spitten ligt wat bewerking tussen ploegen en NKG in. Het geeft onder natte omstandigheden eerder een goed resultaat, o.a. als gevolg van de geringe kans op wielslip. Op gronden met een laag OS-gehalte kan het gemakkelijk leiden tot te fijne grond die gemakkelijk verslempt en resulteert in weinig draagkracht bij oogst.
Bron: Agrifirm