Natuurlijke veehouderij is interessant voor gangbare melkveehouders die een (volgende) stap richting duurzaamheid willen maken, maar niet biologisch willen werken. Minimaliseren van de input van buitenaf en uitgaan van de kracht en capaciteit van bodem en dier zijn dan de uitgangspunten. Daarbij mag een rendabele bedrijfsvoering niet uit het oog worden verloren
Binnen het systeem van natuurlijke veehouderij zijn drie zaken essentieel: een minimale aanwending van mineralen via het (kracht)voer en meststoffen, de bodem en het dier centraal stellen en streven naar een economisch verdienmodel voor een rendabele veehouderij.
Rendabel verdienmodel
Streven naar een verdienmodel waarmee natuurlijke veehouderij rendabel is, betekent zoeken naar een model waarin de natuur waarde creëert. Daarbij is het goed niet alleen te kijken naar de productie van de natuur, maar vooral te kijken naar de mogelijkheden om eigenschappen en kwaliteiten van de natuur te vermarkten. Denk hierbij aan verdienmodellen zoals melk met een toegevoegde waarde vermarkten en aan het zelf afmesten van een melkkoe en stiertjes. Een andere mogelijkheid waarin de natuur waarde creëert is Agroforestry, dit is een combinatie van bomen en struiken op percelen met akkerbouwgewassen of grasland. De mix aan teelten zorgt voor een geheel dat meer omvat dan de optelsom van de monoteelten alleen.
Verandering in de bedrijfsvoering
Natuurlijke veehouderij heeft ook invloed op de samenwerking tussen melkveehouder en loonwerker. De bedrijfsvoering is, meer dan bij de gangbare veehouderij, gericht op ‘samen werken aan’. Zowel veehouder als loonwerker moeten aandacht besteden aan:
- Mineralenkringlopen door inzicht in dier, voer, bodem en mest te vergroten;
- Versterkte gewasdiversiteit, bijvoorbeeld in de vorm van kruidenrijk grasland, Agroforestry of strokenteelten;
- Minimaal gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen;
- Verminderen van het gebruik van kunstmest;
- Verminderen van het gebruik van krachtvoer bijvoorbeeld door de teelt van voederbieten en mengteelten zoals mais/veldbonen of gras/erwten;
- Verhogen van de bodemvruchtbaarheid door rekening te houden met de bodemstructuur bijvoorbeeld door minimale graslandvernieuwing, het inzetten van niet-kerende grondbewerking (NKG) of een ecoploeg.
Praktisch toepasbare maatregelen
Het project Koolstofkringlopen Utrecht wijst uit dat tijdens dit project ingezette maatregelen voor een meer natuurlijke veehouderij praktisch toepasbaar zijn. Deelnemers uit dit project willen hun bedrijfsvoering nog verder verduurzamen en hebben zich aangemeld voor het project Natuurlijke Veehouderij Utrecht.
Samenwerking met loonwerkers
Vanuit het project Natuurlijke Veehouderij Utrecht willen we, waar mogelijk in samenwerking met loonwerkers, vijf proefvelden aanleggen en monitoren. Op de velden zullen toepasbare, nieuwe en innovatieve ontwikkelingen van de melkveehouderijsector worden aangelegd die maximaal twee jaar gemonitord worden. Doel van de proefvelden is het opdoen van ervaringen op verschillende grondsoorten in Utrecht bij zowel biologische als gangbare bedrijven (intensief en extensief) en het delen van die opgedane kennis tijdens veldbijeenkomsten. Daarnaast voorziet het project in 8 studiebijeenkomsten en 30 uur individuele begeleiding per projectdeelnemer.
Het project Natuurlijke Veehouderij Utrecht is mede mogelijk door steun van de provincie Utrecht en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling.
Bron: DLV Advies