Inspecteurs van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) maken dit jaar voor het eerst gebruik van satellietdata bij controles op het telen van vanggewas. Met behulp van de satellietdata kunnen inspecteurs zien of een maisperceel geoogst is en of er een vanggewas opkomt. Deze nieuwe werkwijze zorgt er voor dat de NVWA percelen gerichter kan controleren.
Inspecteurs van de NVWA gebruiken bij hun controles data-overzichten die afkomstig zijn van automatisch geanalyseerde satellietbeelden. Zij gebruiken dus geen satellietbeelden waarop bijvoorbeeld personen te zien kunnen zijn.
Maïstelers op zand- en lössgrond zijn verplicht om direct na de maïsoogst een vanggewas te telen. Het vanggewas neemt de in de bodem achtergebleven stikstof op en voorkomt daardoor dat deze uitspoelt naar het grondwater. Die stikstof is in de bodem terechtgekomen doordat het perceel eerder in het seizoen bemest is. Toegestane vanggewassen zijn bladkool, bladrammenas, gras, Japanse haver, triticale, wintergerst, winterrogge en wintertarwe. Het vanggewas moet in elk geval tot 1 februari 2018 op het perceel blijven staan.
Het telen van een vanggewas is een randvoorwaarde voor het ontvangen van subsidie in het kader van het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB) en is een voorwaarde om gebruik te mogen maken van de derogatie. Als tijdens een inspectie blijkt dat een maisteler niet aan de wettelijke verplichting voldoet kan de teler een bestuurlijke boete krijgen van de NVWA. Daarnaast beslist de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) over het korten van de subsidie en/of het vervallen van de derogatie.
Bron: NVWA