CUMELA Nederland is verheugd dat het Kabinet blijft investeren in nieuwe auto-, spoor en waterwegen om knelpunten weg te werken en deze beter te benutten. De extra investering van een miljard euro per jaar, die via het Deltafonds beschikbaar is voor nieuwe projecten ter verbetering van de waterveiligheid en beschikbaar schoonwater, ziet de organisatie als een stimulans voor de cumelasector omdat deze vaak met veel grondverzet gepaard gaan.
CUMELA Nederland juicht de aanscherping van de aanpak van faillissementsfraude toe. Malafide praktijken waar onderaannemers vaak de dupe van worden, dienen hard te worden aangepakt.
CUMELA Nederland betreurt het uitblijven van aanpassingen aan de wet werk en zekerheid in de vandaag gepresenteerde kabinetsplannen. Ondanks de vele voorbeelden uit de praktijk dat de wet niet voor een versimpeling heeft gezorgd maar juist voor een verzwaring. Werkgevers hebben te maken met extra administratieve lasten en leiden financieel schade door de transitievergoeding. De organisatie laakt ook het uitblijven van een reactie op de nieuwe wet DBA (deregulering beoordeling arbeidsrelaties), de vervanger van de VAR. Door de grote onduidelijkheid rond deze wet blijven veel ondernemers en ZZP’ers in grote financiële onzekerheid.
Volgens CUMELA Nederland, de brancheorganisatie van bedrijven in groen, grond en infra komt daardoor niets terecht van de stimulering van werkgelegenheid. Want hoewel de Koning in de troonrede rept van een versoepeling van de ketenbepaling voor seizoenswerk moet daarvoor wel overeenstemming zijn bereikt met de vakbonden. Deze maatregelen leiden tot terughoudendheid bij het aangaan van langdurige dienstverbanden.
Zeer onwenselijk vindt CUMELA Nederland het stapelen van regels in de mestwetgeving. De Meststoffenwet kent al vier stelsels, daar wordt nu een vijfde stelsel bovenop gebouwd; de fosfaatrechten voor de melkveehouderij. CUMELA Nederland roept het kabinet op de meststoffenwet vergaand te vereenvoudigen en te richten op simpele, maar effectieve voorschriften. CUMELA gaat hierover in gesprek met de Minister.
Grote zorgen maakt CUMELA Nederland zich over de decentrale regelgeving die ontstaat als gevolg van de nieuwe Omgevingswet. De organisatie vreest dat de sector op het platteland te maken krijgt met een veelheid aan gemeentelijke regelingen bijvoorbeeld rond geluid. Het effect kan zijn dat mais hakselen in de ene gemeente om 18.00 uur wordt verboden terwijl in de volgende gemeente geen enkele regeling geldt. Komend jaar komt het kabinet met de invoeringswet en wordt ook het overgangsrecht bepaald.
Directeur Hannie Zweverink van CUMELA Nederland eist van het kabinet dat daarbij ook rekening wordt gehouden met het belang van de cumelabedrijven. “Veel bedrijven zijn gevestigd in het buitengebied en moeten daar niet alleen voldoende ontwikkelingsmogelijkheden houden, er moet ook ruimte zijn voor normale uitoefening van onze bedrijfsactiviteiten. Als grootste werkgever van het platteland met bijna 30.000 werknemers is het noodzakelijk dat we onze bedrijfsvoering uit kunnen blijven oefenen.”
CUMELA Nederland constateert dat de overheid blijft werken met verboden en regels in plaats van het stellen van doelen die de sector moet halen. Zweverink. “In alle sectoren zien we een regelende en bedillerigere overheid. In plaats van innovatieve bedrijven die onze sector kenmerkt de ruimte te geven om zelf oplossingen te zoeken om de gestelde doelen te halen, vlucht de overheid weer in regelgeving. Regelgeving die vaak alleen met hoge kosten te handhaven is en die daardoor niet wordt uitgevoerd. Een voorbeeld is de zich herhalende discussie rond een drukregistratiesysteem op spuitapparatuur. Terwijl de sector veel meer kan winnen door te investeren in moderne apparatuur met drift en emissiebeperkende systemen.”
Zweverink hekelt ook de aanhoudende onrechtvaardigheid in het verlenen van subsidies uit Europese fondsen die ontstaat door de deregionale invulling. “Ook nu weer zien we bij de POP 3 gelden dat deze niet voor alle bedrijven in de landbouwsector beschikbaar komen, maar alleen voor agrarische ondernemers. Het betekent dat zij duizenden euro’s subsidie krijgen op innovatieve machines die bij hen de meeste tijd in de schuur staan. Loonwerkers die de apparatuur op vele tientallen bedrijven, feitelijk de ultieme vorm van het nieuwe delen, gebruiken zijn uitgesloten, waardoor de gehele landbouwsector maar minimaal profiteert van nieuwe technieken.”
Bron: Cumela Nederland