De voederwaarde van de najaarskuilen ligt dit jaar rond het langjarig gemiddelde. Dat blijkt uit de recente cijfers van Eurofins Agro.
September was dit jaar erg warm en zonnig, waardoor de omstandigheden voor het inkuilen over het algemeen goed waren. De meeste najaarskuilen zijn dan ook gemaakt in het begin en midden van september. Maar ook het begin van oktober verliep vrij zonnig en warm, zodat ook in deze periode veel najaarskuilen gemaakt zijn.
Kwaliteit najaarskuilen
De gemiddelde kwaliteit van de najaarskuilen wijkt niet veel af van het langjarig gemiddelde. Wel zien we duidelijke verschillen in de tijd en dus tussen kuilen die gemaakt zijn in september en oktober. Over het algemeen conserveren najaarskuilen wat lastiger vanwege het vaak wat hogere eiwit gehalte en lagere suikergehalte. Dit is nadelig voor de conservering omdat melkzuurbacteriën voldoende suikers nodig hebben om melkzuur te produceren en het eiwit een bufferende werking heeft en dus de pH-daling verminderd. Bovendien is het voldoende drogen van het gewas vaak een uitdaging waardoor najaarskuilen vaak wat natter zijn en er hierdoor soms ook wat meer grond in de kuil komt.
Hoger eiwit en lager suiker in oktober-kuilen
Dit is ook goed te zien in de gemiddelde resultaten van de oktober kuilen die met 34,6 procent een lager droge stof gehalte hebben dan de september kuilen. Hierdoor is het OEB gehalte hoger van de oktober kuilen, maar ook het ruw as gehalte. Door het hogere eiwit gehalte en lagere suiker gehalte van de oktober kuilen, is de conservering over het algemeen moeilijker, wat het hogere NH3 gehalte verklaard alsook het hogere boterzuurgehalte van deze kuilen. Vooral bij de oktober kuilen is er dus een verhoogd risico op boterzuursporen en is het belangrijk om besmetting van de melk te voorkomen door hygiënisch te werken.
Resultaten
Bron: Eurofins Agro