Topartikelen over suikerbieten
Suikerbieten
In Nederland ligt een areaal van ongeveer 84.000 hectare aan suikerbieten (cijfers 2022). Volgens het Kenniscentrum Suiker & Voeding wordt uit één biet gemiddeld 35 suikerklontjes gehaald. Er zijn ongeveer acht suikerbieten nodig voor een pak van een kilo.
Zaaien en rooien
Binnenvullers hebben zaaischijven met vier tot acht cellen. De omtreksnelheid van de zaaischijven is gelijk aan de rijsnelheid. Aangezien het type is ontwikkeld voor de Europese markt voor (vrijwel) alle zaadfracties, is de verzaaibaarheid van D-zaad geen probleem. Buitenvullers hebben langzaam draaiende schijven met 36 tot 72 cellen. Het optimum bij zaaien ligt volgens stichting IRS, het onderzoeks- en kenniscentrum voor suikerbietenteelt in Nederland, tussen 70.000 en 90.000 planten per hectare.
Voor het rooien van suikerbieten luidt het advies van IRS dat het gewas dusdanig is ontbladerd en gekopt, dat maximaal vijf procent van de bieten bladsteelresten langer dan twee centimeter heeft en maximaal vijf procent te diep gekopt is.
Vorst kan er voor zorgen dat het suikergehalte snel afneemt, ondanks dat een biet zich wel hersteld. Dus is het goed om de bieten uit de grond te halen voordat de temperaturen onder de drie graden onder nul komen. Blijven ze staan dan moet de vorst volledig uit de biet getrokken zijn, voor ze zijn gerooid.
Ziekten en plagen
Op het gebied van aaltjes zijn de bietencysteaaltjes, chitwoodi, vrijlevende wortelaaltjes en tot slot stengelaaltjes het meest relevant. Hebben we het over insecten die schade veroorzaken, dan gaat het om aardvlooien, bietenkevertjes, bietenvliegen, bladluizen, emelten, miljoenpoten, rupsen, tripsen, wortelduizendpoten en ritnaalden. Naast blad- en bodemschimmels zijn rhizomanie en vergelingsziekte als ziekten relevant voor suikerbieten.
Tot slot nog meer weten over suikerbieten? Lees hier dan meer!