De Tweede Kamer debatteert deze week over de begroting voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. LTO Nederland roept op om te investeren in de juiste omstandigheden voor voldoende, veilig en goed voedsel en een gezonde omgeving.
“We vragen de overheid om investerend de crisis uit te komen, en boeren en tuinders ruimte voor hun ondernemerschap te bieden. Wij zijn in Nederland allemaal gebaat bij een sterke en innovatieve primaire sector,” aldus Wim Bens, waarnemend voorzitter LTO Nederland.
Landbouwbegroting
“Bij de begrotingsbehandeling vliegen de miljoenen je om de oren. Net als de vooroordelen over ‘boerensubsidies’. De realiteit is: Met de landbouwbegroting zitten we voor een dubbeltje op de eerste rang. Mooie woorden worden pas geloofwaardig met een degelijke financiële onderbouwing.”
Investeren in de volgende generatie
Boeren en tuinders hebben vooral behoefte aan goed beleid: Geen knellende, onnodige regelgeving maar een stimulerend toekomstperspectief. Daar hoort eerlijkheid en nuance vanuit de politiek bij. De productie van voedsel is te belangrijk om met oneliners en stemmingmakerij af te serveren.
LTO Nederland heeft dat voor het volgende kabinet verwoord in het Verkiezingsmanifest 2021. Voor de laatste LNV-begroting van dit kabinet is ook een inbreng geleverd. Er wordt onder meer aandacht besteed aan oplossingen voor stikstof- en verduurzamingsbeleid, bodembeheer, fiscaal beleid en multifunctionele landbouw.
Transitie gewasbescherming
Belangrijk punt van aandacht is de transitie op het gebied van gewasbescherming. De opgave waar we voor staan is gigantisch en vergt het uiterste van de sector op gebied van ondernemerschap en innovatie. Met het Uitvoeringsprogramma Toekomstvisie Gewasbescherming hebben verschillende partijen zich gecommitteerd aan de transitie. Waarbij de teler centraal staat en verantwoordelijkheid breed wordt gedragen. De financiële toezegging van de overheid van €12 miljoen voor een periode van slechts drie jaar (2020-2022) verhoudt zich hier in de verte niet toe.
LTO Nederland pleit ervoor dat de overheid ook voor de periode na 2022 financiële middelen reserveert. Dit als blijk van langjarig commitment en ter versterking van de geloofwaardigheid van het programma.
Miljoenen in perspectief
Met € 1,8 miljard heeft het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit de kleinste begroting van de Rijksoverheid. Ongeveer twee procent van de begrotingen van zowel gezondheidszorg en het sociale vangnet. Als je de Europese agrarische uitgaven in Nederland meetelt blijf je nog steeds op zo’n € 2,6 miljard steken. Vergeleken met respectievelijk 86,7 en 97,8 miljard euro voor de uitgaven aan zorg en sociale zekerheid.
Van die miljoenen op de landbouwbegroting profiteert uiteindelijk vooral de consument. De maatschappelijke investeringen die via de overheid in voedselproductie en omgeving worden gedaan leiden ertoe dat we in Nederland maar 8% van ons besteedbaar inkomen aan voedsel uitgeven. Veertig jaar geleden was dat nog het dubbele, en in 1960 was het nog 30%.
Inkomen boeren onder druk
Het inkomen van boeren en tuinders staat daarentegen al decennia onder druk. In de twee grootste sectoren, de melkveehouderij en de akkerbouw, was het gemiddelde inkomen het afgelopen jaar respectievelijk € 31.000 en € 37.000 (het gemiddelde inkomen was € 57.000 met een langlopende schuld van € 800.000). Naast voedsel wordt daar ook een groene en gezonde omgeving voor onderhouden. Van koeien in de wei tot beheer van een mooi en levendig platteland.
Bron: LTO Nederland