De tendens om als Europese fabrikant de West-Europese landen rechtstreeks te gaan bewerken is niet nieuw. Grimme maakte voor Nederland die keuze een tiental jaren geleden al, Grimme België volgde een drietal jaar geleden. De Loonwerker schoof in Damme (D) aan tafel met Arent Lanenga (Verkoopleider) en Piet de Jong (Leider aftersales) van Grimme Nederland.
Piet de Jong kwam in 2007 in dienst bij het hoofdkantoor van Grimme met als taak een dealernetwerk in Nederland op te zetten. Eind 2007 werden er ongeveer 20 dealers doorheen heel Nederland aangeduid. In 2008 werd Grimme Nederland opgericht, tot september 2018 in een meer administratieve rol, sinds dan ook actiever en onafhankelijker van het hoofdkantoor. Arent Lanenga begon in mei 2010 bij Grimme Nederland als rayon vertegenwoordiger voor de noordelijke provincies, in september 2018 werd hij verkoopleider voor het hele land. In totaal werken er 8 mensen voor Grimme Nederland, waarvan 4 verkoopadviseurs (3 voor Grimme en 1 voor Asalift, 2 techniekers en het management.)
De Loonwerker: Grimme Nederland bestaat 10 jaar, hoe liep de verkoop en service voordien?
Piet de Jong (PDJ): “Voor de oprichting van Grimme Nederland verliep de import via Zonna uit Beilen. De verkoop verliep goed, maar door de oprichting van de Nederlandse vestiging en de verdere ontwikkeling van het dealernetwerk werden alle dealers eigenlijk importeur-dealers, met rechtstreekse connectie met de fabriek. In Duitsland kregen de dealers de stempel “Eurodealer”, iets dat werd doorgetrokken in Nederland. Sinds 2013 werd dit vervangen door Premium Partners.”
DL: Hoe is de evolutie geweest de voorbije 10 jaar?
PDJ: “De verkoop is op 10 jaar tijd verdrievoudigd!”
Arent Lanenga (AL): “De stijging in de verkoop is toe te schrijven aan de kortere lijnen tussen de dealers en de fabriek. De dealers zijn meer betrokken en krijgen ook hun verantwoordelijkheid, die ze graag nemen. Doordat de dealers, Premium Partners, exclusief met Grimme samenwerken zijn ze ook meer gefocust op de verkoop. Daardoor geef je ze als fabriek ook de ruimte om te groeien.”
PDJ: “Omdat je een exclusieve dealer bent, kan je als dealer ook niet meer de krenten uit de pap pikken. Je moet je dus volledig achter het merk scharen. De situatie voor 2008 was zeker niet verkeerd, het was alleen tijd voor een volgende stap. België volgde 3 jaar geleden als laatste Europese land.”
AL: “De aansturing op Europees en wereldwijd vlak heeft ook voor positieve evolutie gezorgd.”
DL: Worden Nederland en België betrokken bij de ontwikkeling van nieuwe machines?
PDJ: “Minder dan we soms hopen, maar ja. Er kan natuurlijk niet voor elk land een machine op maat gemaakt worden, maar onze input wordt zeker gewaardeerd.”
AL: “Nederland staat als land in de top 5 qua omzet bij Grimme, naast Frankrijk, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Rusland. Daardoor hebben we natuurlijk meer gewicht bij de ontwikkeling van nieuwe machines. Daarnaast is Nederland ook het land op gebied van innovatie. Nederland is dus zeker belangrijk voor nieuwe ontwikkelingen. We merken wel dat er meer focus begint te liggen op nieuwe markten, zoals Azië. De Ventor is bijvoorbeeld ontwikkeld met input uit de zandgebieden en de Veenkoloniën in Nederland.”
PDJ: “Rond 1998 is het SE-reinigingsprincipe ontwikkeld. Dat heeft een vlucht genomen die niet verwacht was. De SE-machines leveren prachtig werk op de lichte gronden, maar er was geen vierrijige zelfrijder die met die vlakke egelbanden was uitgerust. De uitdaging was deze zo te bouwen dat hij paste binnen de afmetingen die door de wet worden opgelegd.”
AL: “De machine moest kunnen rooien als een getrokken tweerijer, maar de capaciteit moest die van een vierrijer zijn en daar zijn we in geslaagd.”
Foto: Antoon Vanderstraeten