Het Italiaanse Alpego krijgt steeds meer voet aan wal in Nederland. Volgens Frans Dekker uit Heerhugowaard is dat meer dan terecht. “De machines worden gemaakt van kwalitatief hoogwaardig Zweeds staal. Betrouwbaar, goede werking en lange levensduur zijn de kerneigenschappen.
Klepelmaaier
De schijnwerpers bij de mechanisatietentoonstelling voor de bollenstreek werd op de Alpego Trisar TR 46-310 klepelmaaier gezet. “Deze vernieuwde versie hebben we recentelijk afgeleverd. Er is een duidelijke vraag naar machines voor het klepelen op 3,10 meter. Deze uitvoering heeft een zware as. Afgelopen jaar is de klepelmaaier voor Japanse haver ingezet. Voor dat werk moet die ook zwaar zijn”, stipt Dekker aan.
De Trisar is voorzien van een dubbele driepunts aanspanning voor gebruik aan de voor- of achterkant van de trekker. Met een gewicht van een kleine twaalfhonderd kilo heb je 75 tot 110 pk nodig. De maaier draait met duizend toeren, is hydraulisch verschuifbaar en is aan de voorkant standaard voorzien van veiligheidskettingen. Het klepelen gaat met 24 hamers en 5 V-snaren.
Rotorkopeg
Dekker stipt ook de mogelijkheden van de Alpego DMAX rotorkopeg, maximaal belastbaar tot vijfhonderd pk, in combinatie met de AS4 600/48 pneumatische zaaimachine aan. Loonwerker Nils de Wit uit het Noord-Hollandse Berkhout had de eer om met deze verbeterde combinatie te werken. “De zaadjes worden met 48 schijven in geultjes van 12,5 centimeter gelegd. Bovendien wordt er nog extra zaad naar 48 extra zaaipijpjes gebracht. Met deze combinatie wordt de zaaiafstand 6,25 centimeter. Hierdoor kun je nog preciezer zaaien. Niet de standaard van 12,5 maar de helft minder. Volgens Dekker heeft deze noviteit zich het afgelopen seizoen bewezen. Nils de Wit zaait veel en kan nu met één computer twee aparte zaaiunits aansturen, specifiek ook voor blijvend grasland, waar veel vraag is naar het zaaien van verschillende mengsels.”
Tekst en foto's: Martin de Vries