Ook maatschap Derks, dat bestaat uit het akkerbouw- en loonbedrijf van de familie Derks uit Volkel is volop bezig met de voorbereidingen voor het nieuwe seizoen. Het bedrijf wordt gerund door de broers Bern en Joost Derks. Naast de traditionele akkerbouwgewassen telen ze ook zestig hectare lelies. In plaats van granen als structuurverbeteraar gebruiken de broers liever groenbemesters.
De maatschap Derks bestaat uit het akkerbouw-en loonbedrijf van de familie Derks. Er is echter ook nog een VOF, Derks Gewasbescherming geheten. Het bedrijf wordt gerund door de broers Bern en Joost Derks. Volgens Joost Derks zitten de broers in de overnamefase van het bedrijf van hun ouders. “Daar zijn wij nu mee bezig, maar dat zal wel een paar jaar in beslag nemen.” In totaal heeft de akkerbouwtak vierhonderd hectare, waarvan twintig hectare eigendom is. Volgens Joost Derks zouden hij en zijn broer best meer grond willen hebben, maar is dat te duur. “Het kost hier al ruim een ton per hectare en om het aan te kopen heb je veel liquiditeit nodig. In plaats daarvan kopen Bern en ik liever nieuwe tractoren en machines. En, zoals vorig jaar dan een veldrobot, de Farmdroid FD20. Wat trekkers betreft zijn wij overigens fan van Fendt.”
“Er moeten nog gewassen uit”
Al zijn ze al volop bezig met de voorbereidingen voor het voorjaar, op het land staan ook nog gewassen, namelijk suikerbieten en lelies. Eind januair zijn er nog 27 hectare suikerbieten geoogst. Derks: “En de rest moet er nu snel uit, want de vorst is al enkele centimeters in de bovenzijden van de suikerbieten doorgedrongen. Dus als die gaan dooien, dan krijg je rot.”
Lelies
Ook zijn er in dezelfde periode nog lelies geoogst. Lelies zijn een tweejarig gewas (moeten voldoende volgroeid zijn), dus van de zestig hectare blijft vijftien hectare nog in de grond zitten. Van de tweedejaars lelies, is inmiddels 44 hectare geoogst en één hectare moet nog worden geoogst. Om de lelies zonder problemen te kunnen oogsten staat er aan de rand van het veld een drainagepomp om een teveel aan water te kunnen afvoeren. “Momenteel vriest het dan flink, maar we hebben hiervoor natuurlijk een lange periode met heel veel regen gehad, dus dan moet je zoiets wel hebben.”
In totaal teelt familie Derks dus zestig hectare lelies, nu voor het achtste jaar. Gespecialiseerd teeltbedrijf Gouwenberg uit Julianadorp vroeg aan de broers of ze voor hen wilden telen. Als oogstmachine gebruiken ze een op maat gemaakte rooier van MH. De rooimachine is van Gouwenberg. Een van de voordelen is dat ze geen onderhoudskosten hebben, omdat ze de machine alleen gebruiken. “En dat is ook meteen een vorm van risico indekken. Stel dát wij toch niet meer hoeven telen van onze afnemer, dan zitten wij vervolgens niet met een peperdure machine, waar wij niets mee kunnen”, aldus Derks. De leliebollen worden gelijk na het oogsten geleverd aan Gouwenberg.
Volop bezig voor voorjaar
Naast het oogsten van de laatste gewassen, behalve dan de vijftien hectare eerstejaars lelies, worden in de grote hallen van het akkerbouwbedrijf ook vele voorbereidingen voor het voorjaar getroffen. Zo wordt het pootgoed door een medewerker grondig gesorteerd en worden de eerstejaars plantuien door middel van een losse ventilatiewand gedroogd. Een medewerker van het bedrijf is net bezig met het plaatsen van de ventilatiewand voor de kuubskisten met eerstejaars plantuien. Zo te zien een nauwkeurig werkje, vandaar ook dat Derks zelf even meehelpt om de ventilatiewand exact voor de kuubskisten te positioneren. “Reden om de eerstejaars plantuien te drogen is omdat, als ze te nat blijven, de kans bestaat dat ze gaan rotten en beginnen te groeien door het vocht in combinatie met warmte.” Derks teelt zowel de eerste- als tweedejaars plantuien.
Verder hebben ze eigen ATR-pootgoed, alleen voor eigen gebruik benadrukt hij. “Wij willen gewoon dat de kwaliteit gewaarborgd is.” In totaal teelt de familie 125 hectare frietaardappels, waarvan de belangrijkste rassen Fontane, Zorba en Miranda zijn. Reden om voor Miranda te kiezen is omdat het een vroeg ras is. Als structuurverbeteraar (en ook stikstofleverancier natuurlijk) werkt de familie niet in een rotatie met granen. “Wij werken liever met groenbemesters omdat de opbrengst van granen op onze zandpercelen natuurlijk veel te laag is. Vandaar dat in het najaar op zo veel mogelijk percelen groenbemesters worden ingezaaid zoals Japanse haver, bladrammenas, gele mosterd en Italiaans raaigras.” Door het zeer natte weer afgelopen najaar was het volgens de akkerbouwer helaas niet mogelijk om op alle percelen groenbemesters in te zaaien.
“Grint heeft ook zijn voordelen”
De akkerbouwer zaait ieder jaar de suikerbieten als eerste in, meestal eind februari al. Mooiste is het volgens hem als er dan al een basisgift van 25 kuub rundveedrijfmest onder zit. “Dat wij rundveedrijfmest geven in februari is omdat de nutriënten daarvan langzamer vrij komen dan bij varkensdrijfmest. Varkensdrijfmest geven wij daarom liever later in het seizoen aan onze gewassen.” De varkensdrijfmest komt bijvoorbeeld bij de frietaardappelen en de mais. De mais is meestal snijmais of CCM. Bij de frietaardappelen past de familie een rotatie van één-op-vier toe. Bij de lelies één-op-zes. Reden is omdat ze anders veel te veel last van ziektes bij de planten hebben. Mais wordt soms juist meerdere jaren achtereen geteeld.
Veldrobot Farmdroid FD20
Was 2023 voor Derks meer een testseizoen wat betreft de inzet van de veldrobot Farmdroid FD20, 2024 zal het waarschijnlijk makkelijker verlopen. “De GPS coördinaten zijn al bepaald in 2023, dus ik kan nu zo het land oprijden om te gaan zaaien.”
Als voorbereiding ploegt hij het land eerst met een Fendt 724 met Lemken Juwel 8 V 5 schaar ploeg. Bij het ploegen komt altijd veel grint omhoog, aangezien veel van zijn percelen op oude riviergrond liggen. “De gronden bestaan dus voornamelijk uit lichte zandgronden met veel grint. Veel collega’s denken dat dit een nadeel is, maar ieder nadeel heeft ook een voordeel. Op onze percelen zakt het water gemiddeld genomen makkelijk naar de bodem.” Als we naar diverse percelen rijden om de laatste gewassen te bekijken, is goed te zien dat er toch flinke insporingen gemaakt zijn bij het oogsten als gevolg van de zeer natte oogstomstandigheden. Dit zou in principe dus een minder goede bodemstructuur c.q. start voor het komende voorjaar kunnen betekenen. Derks: “Toch valt dat mee. Op deze zandgronden met dus veel grint in de bodem heb je veel minder kans op verslemping en versmering dan op bijvoorbeeld kleipercelen.”
Tekst en beeld: Dick van Doorn