Topartikelen over graan
Graan
Er worden in Nederland verschillende soorten granen (eenzaadlobbig cultuurgewas) geteeld. Het belangrijkste gewas is tarwe. Granen kunnen zowel in het najaar als in het voorjaar zijn gezaaid. Het meeste graan wordt gezaaid in de herfst (vooral wintertarwe).
Tarwe en gerst
Onder graan verstaan we winter- en zomertarwe, gerst, en vele andere soorten. In 2022 was het areaal tarwe in Nederland volgens het CBS 124.348 hectare. De bruto opbrengst was in dat jaar 9,6 kilogram per hectare, waarmee de totale bruto opbrengst iets minder dan 1,2 miljoen ton is.
Loonwerk
Niet alleen voor het zaaien en oogsten (combine) wordt vaak een loonwerker ingeschakeld. Ook zijn er bedrijven gespecialiseerd in het verwaarden van plantenstengels met de uitgedorste aren, oftewel het stro. Dit kan bijvoorbeeld als bijvoeding van jongvee en/of droogstaande koeien worden gebruikt.
Meer nieuws over graan
Toon meerGraan telen in Nederland
De teelt van graan is populair in Nederland. In 2023 bestond het Nederlandse akkerbouwareaal voor zo’n 35% uit graan (exclusief snijmais). Er is zo’n 130 duizend hectare tarwe geteeld, waarvan 121 duizend hectare wintertarwe en 9 duizend hectare zomertarwe. Het areaal zomertarwe schommelt door de jaren heen. De teelt van gerst neemt zo’n 36 duizend hectare van het Nederlandse akkerbouwareaal in beslag. Ook (snij)mais is een bekend graangewas in Nederland met een areaal van zo’n 180 duizend hectare. Dat blijkt uit de cijfers van het CBS van 2023.
Graan als rustgewas
Eén keer in de vier jaar moet er een rustgewas op landbouwgrond geteeld zijn. Er zijn verschillende rustgewassen, waarvan graan een populaire keuze is. Ook kan een rustgewas voor een hogere premie van de ecoregeling van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) zorgen.
Graan zaaien
Het zaaien van graan begint met de bewerking van de bodem, bijvoorbeeld door te ploegen of eggen. Daarnaast kan er gekozen zijn om meststoffen of bodemverbeteraars aan te brengen. Het zaaimoment is afhankelijk van het type gewas. Wintertarwe is gezaaid in de herfst en ‘overwintert’ om in het voorjaar uit te groeien tot een volledige plant. Tot ongeveer eind januari kan er wintertarwe zijn gezaaid als de omstandigheden het toelaten. Daarna heeft zomertarwe de voorkeur. Wintertarwe volgt meestal na een intensief gewas zoals aardappelen of suikerbieten, om het land weer tot rust te laten komen.
Akkerbouwers gebruiken vaak precisiezaaimachines die het zaad met exacte tussenafstanden en op de juiste diepte in de grond plaatsen, wat essentieel is voor een gelijkmatige kieming en ontwikkeling van de planten. Tijdens het groeiseizoen is gewasmanagement belangrijk, waarbij onkruidbestrijding, ziekte- en plaagbeheersing, en eventuele aanvullende bemesting zijn uitgevoerd om de gezondheid en productiviteit van het gewas te waarborgen. Het succes van het zaaien hangt af van een combinatie van nauwkeurige planning, kennis van het gewas en de bodem, en het gebruik van de juiste landbouwtechnieken en -technologieën.
Welke zaaimachines zijn geschikt voor het zaaien van graan?
Akkerbouwers en loonwerkers gebruiken diverse typen zaaimachines voor het zaaien van graan, afhankelijk van de specifieke eisen van het gewas, de bodemgesteldheid en de grootte van het landbouwbedrijf. Hier zijn enkele van de meest gebruikte zaaimachines:
- Mechanische zaaimachines: Deze traditionele zaaimachines werken met een systeem van tandwielen en schijven om het zaad in de grond te brengen. Ze zijn geschikt voor een breed scala aan zaaigoed en bodemtypen.
- Pneumatische zaaimachines: Deze machines gebruiken lucht om het zaad nauwkeurig en gelijkmatig te verdelen over de zaairijen. Ze zijn bijzonder effectief voor het zaaien van kleine zaden op een precieze afstand en diepte.
- Precisiezaaimachines: Voor een uiterst nauwkeurige zaaiing, waarbij elk zaadje afzonderlijk op exact de juiste plaats en diepte is geplaatst. Deze technologie is ideaal voor het optimaliseren van de plantdichtheid en het maximaliseren van de opbrengst.
- Directzaaimachines: Deze machines maken het mogelijk om graan te zaaien zonder de grond van tevoren te bewerken (no-till farming), wat helpt bij het behouden van de bodemstructuur, het verminderen van erosie en het besparen van tijd en brandstof.
- Schijfzaaimachines: Ze gebruiken schijven in plaats van tanden of kouters om de zaaigeul te maken. Dit type is vooral effectief in zwaardere bodems of bij resten van een vorige oogst op het veld.
Bekende merken van zaaimachines zijn Amazone, Väderstad, APV, Mascar, Monosem, Zocon en Rauch.
Ziektes in granen
Granen kunnen last hebben van een aantal ziektes. De meest voorkomende ziektes in granen zijn:
- Septoria: Ook wel bekend als bladvlekkenziekte. Septoria uit zich door middel van lichtbruine ovale vlekken op de bladeren. Kleine zwarte puntjes zijn daarbij ook zichtbaar langs de nerven. Er kan tot vier ton per hectare van de oogst verloren gaan.
- Gele roest: Dit verschijnt vooral op de bladeren onder de vorm van rijen gele gealigneerde en gegroepeerde bultjes langsheen de nerven. Gele roest is gevoelig voor UV-stralen, waardoor de besmetting afgeremd en zelfs volledig gestopt is bij temperaturen boven de 25°C. Frissere temperaturen en veel bewolking zijn voor dit pathogeen dus gunstige factoren.
- Bruine roest: Er verschijnen oranje bultjes op de boven- en onderkant van de bladeren. In een vergevorderd stadium, verschijnt er chlorose die de bulten onzichtbaar maakt. Dat maakt de diagnose iets moeilijker. De optimale temperatuur om de sporen te laten kiemen is tussen 15°C en 20°C, in de nabijheid van open water. Kieming en besmetting kunnen al voorkomen bij temperaturen van 5°C tot 25°C, in geval van nachtelijke dauw. Boven 30°C ontwikkelt de ziekte zich niet meer.
- Fusarium: Fusariose zorgt voor necrose ter hoogte van de wortels in teelten en het verlies van jonge planten. Op het einde van het seizoen, op de aren, verschijnen er verkleurde vlekken met bruine omranding op het kaf. De aren, de planten zijn zeer gevoelig bij neerslag enkele dagen voor en/of na het bloeien. Een relatieve vochtigheid van 100 procent op dat moment gedurende twee dagen, geeft fusariose de kans zich te ontwikkelen.
- Meeldauw: Is een witte schimmel die zich hoofdzakelijk op de bladeren bevind. De schimmel wordt vervolgens grijs en er verschijnen zwarte puntjes in. De ziekte wordt schadelijk wanneer ze de aren aantast door wit gekleurde korsten te vormen op het kaf. De schade kan oplopen tot tien procent van de oogst.
Zo werkt de graanoogst
Graan oogsten, ook wel dorsen genoemd, is het proces van het verwijderen van de graankorrels uit de aren. Het oogsten van graan gebeurt over het algemeen in de maanden juli en augustus. Vroeger werd het dorsen van graan met de hand in de wintermaanden gedaan. Hiervoor gebruikte men een dorsvlegel. Het gedorste graan werd daarna met een wan geschoond, later gebeurde dit met een wanmolen.
Het oogsten van graan is een nauwkeurig en mechanisch proces dat uitgevoerd is wanneer het gewas volledig gerijpt is. Dit is cruciaal voor de kwaliteit en kwantiteit van de opbrengst. Hier volgt een algemeen overzicht van hoe graan geoogst is:
- Rijpheid beoordelen: De eerste stap is het bepalen van de optimale oogsttijd, die afhangt van de vochtigheidsgraad van het graan. Ideaal gezien is graan geoogst wanneer de vochtigheid 15% is, dat is de handelsnorm. Graan met meer dan 15% vocht moet gedroogd zijn.
- Gebruik van een maaidorser: De oogst wordt uitgevoerd met een maaidorser, een gespecialiseerde machine die het graan snijdt, dorst (het scheiden van de korrels van de rest van de plant), en verzamelt in één geïntegreerde bewerking. Moderne maaidorsers zijn uitgerust met geavanceerde technologieën zoals GPS-navigatie en automatische besturingssystemen om de efficiëntie te verhogen en verliezen te minimaliseren.
- Het snijden van het gewas: De maaidorser is voorzien van een snijwerktuig aan de voorkant, dat het gewas afsnijdt en naar binnen voert waar het verder verwerkt is.
- Dorsen: Binnenin de maaidorser zijn de korrels gescheiden van de stengels en ander plantmateriaal door een combinatie van mechanische actie en luchtstromen.
- Verzamelen van de korrels: De korrels zijn verzameld in een graantank binnen de maaidorser. Wanneer deze tank vol is, wordt het graan overgeladen naar een transportvoertuig zoals een graanwagen of vrachtwagen, die het vervolgens naar een opslagfaciliteit vervoert.
- Afvoeren van overtollig materiaal: Het overtollige materiaal, zoals stro en kaf, is uitgeworpen aan de achterkant van de maaidorser. Dit kan op het veld achterblijven als bodembedekker of verzameld zijn voor andere doeleinden zoals veevoer of als grondstof voor de productie van bio-energie.
Het oogstproces moet zorgvuldig zijn gepland en uitgevoerd om verliezen te minimaliseren en de kwaliteit van het geoogste graan te waarborgen. Het gebruik van moderne landbouwtechnieken en -machines speelt een cruciale rol in het efficiënt en effectief oogsten van graan.