Om te voorkomen dat chemische gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater komen, gelden er eisen aan de uitvoering van een bespuiting. Zo moet je driftreducerende doppen gebruiken en moet je langs sloten of greppels een teeltvrije zone aanhouden.
Chemische bestrijdinsmiddelen
Om de emissie van chemische bestrijdingsmiddelen naar watergangen en objecten buiten het perceel terug te dringen, zijn er in het Activiteitenbesluit eisen opgenomen voor de uitvoering van een bespuiting. Vakblad Grondig zet in een overzichtelijk artikel alle regels op een rij.
Gewasbeschermingsmiddelen
Overheid en bedrijfsleven hebben afgesproken dat het aantal normoverschrijdingen van gewasbeschermingsmiddelen fors omlaag moet. Zo is een van de doelen dat het aantal overschrijdingen van de drinkwaternorm in oppervlaktewater in 2023 met 95% moet zijn afgenomen ten opzichte van 2013. En in 2030 moet de emissie naar nagenoeg nul. Om die doelen te halen, zijn er regels gesteld voor zorgvuldig spuiten langs het oppervlaktewater.
Driftreductie
Zo moet je volvelds spuitdoppen of een techniek gebruiken waarmee je minmaal 75% driftreductie kunt realiseren, ook als er geen sloten rondom een perceel liggen. Ligt je naast het oppervlaktewater, dan moet je aan de randen van het perceel ook kantdoppen gebruiken. Vanaf 2021 zijn er nog aanvullende eisen. De eis van 75% driftreductie geldt dan ook voor opwaarts en zijwaarts bespoten boomkwekerijgewassen.
Spuiten
Verder moet je rekening houden met de windsnelheid. Spuiten is verboden als de windsnelheid op 2 meter hoogte meer is dan 5 meter per seconde. Dat komt neer op windkracht 5. Dit verbod geldt niet bij een teeltbedreigende situatie, maar dat moet een teler dan wel aan kunnen tonen. Daarnaast zijn er nog aanvullende eisen. Zo mag de hoogte van de spuitboom boven een gewas of onbeteelde grond maximaal 50 centimeter zijn. En bij een aantal driftarme spuitdoppen ben je verplicht om de druk te registreren. Je moet een drukregistratiesysteem hebben als je driftreducerende doppen (DRD-lijst) gebruikt die driftarm zijn bij een spuitdruk tussen de twee en drie bar.
Teeltvrije zone
Om emissie naar het oppervlaktewater te beperken, zijn er ook voorschriften voor een teeltvrije zone. Een teler moet langs sloten of greppels een teeltvrije zone aanhouden die varieert van 50 centimeter bij bollenteelt en diverse akkerbouwgewassen tot 5 meter. Binnen zo'n zone mag een teler geen bespuiting of bemesting toepassen.