Getrokken bietenrooiers zijn dun gezaaid. De meeste grote merken concentreren zich op de zelfrijdende bunkerrooiers met Grimme als uitzondering. Hun Rootster vindt zijn weg naar akkerbouwers en loonwerkers die met licht materieel willen rooien.
Voordat de huidige zelfrijdende bietenrooiers opgang maakten met hun rooi- en bunkercapaciteit, maakten getrokken rooiers lange tijd de dienst uit en waren er talloze aanbieders. In Duitsland, Frankrijk, Scandinavië en zeker ook België en Nederland. Vanwege de toenemende populariteit van de zelfrijdende rooiers verdwenen de getrokken rooiers steeds meer naar de achtergrond. Nu de Europese en globale suikerbietenmarkt onder druk staat en het behoud van de bodem hernieuwde aandacht krijgt, winnen juist de getrokken rooiers weer marktaandeel.
Grimme ziet kansen in Frankrijk
Een jaar of 11 geleden zag Grimme vraag ontstaan naar getrokken bietenrooiers op de Franse markt. “In het verleden waren er diverse Franse aanbieders van getrokken rooiers, maar verschillende van hen stopten met de productie ervan”, zegt verkoopadviseur Otto Strijk. “Mede daardoor kwamen akkerbouwers en loonwerkers bij ons terecht.”
De fabrikant ontwikkelde daartoe de Rootster 604: een getrokken zesrijige rooier met een kleine 4 tons (6 m3) bunker voor het openen van percelen en om het wisselen van kippers op te vangen. De rooier wordt in de fronthef van de trekker voorafgegaan door de FM 300 frontmulcher met twee poetserassen, of door de FT 300 fronthakselaar met klepelas en nakoppers. Beide types leggen het blad integraal, dus tussen de rijen bieten of chicorei af. In de praktijk is FT 300 het populairst in België, terwijl Nederlandse gebruikers het vaakst kiezen voor de FM 300 omdat die het loof goed verwijdert en de kop van de knol het beste intact laat voor een zo hoog mogelijke netto-opbrengst. Met de combinatie FM 300 (of FT) en Rootster ontstaat een eenfase rooisysteem. De Rootster kan in combinatie met een BM 300 bladmulcher ook in een tweefasen systeem werken maar dat wordt in de Benelux nauwelijks nog gedaan volgens Strijk. Ondertussen produceert de fabrikant zo’n 10 Rootsters per jaar.
Altijd aangedreven
Grimme staat bekend als voorstander van rooiwielen en voert die filosofie ook door op de Rootster. Die is leverbaar met zowel bodemaangedreven Oppelwielen als hydraulisch aangedreven rooiwielen. In de Benelux wordt altijd gekozen voor de hydraulisch aangedreven variant omdat je daarmee volgens de fabrikant zowel suikerbieten als chicoreipennen als het ware de grond uit trekt zodat er relatief weinig grondtarra aan de knol blijft hangen en de punt zoveel mogelijk intact blijft. Hoewel het huidige model Rootster niet sterk verschilt van het voorgaande model, is juist wel de aandrijving van de rooiwielen versterkt. De afstand tussen de rooiwielen is per rij met vulringen aan te passen aan het product en dat betreft vooral de ombouw van suikerbieten naar chicorei.
De rooiwielen werpen de knollen met behulp van een uitwerpas op een dwarsrollenbed met een gladde en twee spiraalrollen voor de eerste reiniging. Het dwarsrollenbed is leverbaar met kleine rollen voor op zwaardere grond en met grote rollen voor op lichtere grond. Na het rollenbed volgen drie reinigingszonnen waarvan de eerste 1,7 m groot is en de twee volgende 1,35 m. Via een tandwielkast met drie stompen kies je eenvoudig het zonnentoerenal dat bij de omstandigheden past. De reinigingsoptie bestaande uit een transportband gevolgd door een axiaalrollenbed in lengterichting wordt bij ons niet verkocht. Qua geleideroosters is er zoals gebruikelijk keuze uit langsgeleide rekken als veertanden/varkensstaarten. Een bijzondere optie, een uitdrukwiel om aanklevende extreem zware grond uit het binnenste gedeelte van de eerste twee zonnen te drukken, wordt niet vaak verkocht.
Via een ringelevator aan de achterzijde van de machine en een beweegbare bunkervulband komen de knollen in de 6 m3 (4 ton) grote bunker terecht. Deze tussenbunker is vooral bedoeld voor momenten dat er geen kipper naast de rooier kan rijden zodat de knollen tijdelijk gebunkerd moeten worden op de rooier. Voor het lossen op een bietenhoop is een losbandverhoging leverbaar. Het openen van percelen vergt net als met een getrokken aardappelrooier enige handigheid. Openen vanaf een kavelpad, of vanaf niet ingezaaide perceelshoeken verdient de voorkeur.
Veel opties leverbaar maar nooit genoeg
Op de Rootster zijn talloze opties leverbaar zoals een taster voor rijvolging, afdeksterren voor de rooiwielen voor kleine suikerbieten en chicorei, automatische vlakstelling van de rooier en ook wielbesturing (tot 15° stuuruitslag). Qua bandenmaten is de keuze af fabriek (bewust) vrij beperkt. “Veel gebruikers weten heel precies welk merk en welk type banden ze willen en betrekken die zelf”, zegt Otto Strijk. Wel is het zo dat de rooier met de smalste banden nog altijd 3,2 m breed is. Voor rupsen is vanwege de ringelevator geen ruimte, maar er zijn wel gebruikers (zie gebruikerservaring) die wielaandrijving op laten bouwen.
Specificaties Grimme Rootster 604
Werk-/transportbreedte (m) |
3,0 / 3,2 |
Rijafstand (cm) |
45 of 50 |
Bunkerinhoud (m3/ton) |
6 / 4 |
Loshoogte (m) |
4,0 |
Bandenmaat |
600/60 R30.5 (standaard), 540/65 R30 (optie) |
Benodigd vermogen (pk) |
185 (met aangedreven rooiwielen) |
Afmetingen (lxbxh, m) |
8,25 x 3,2 x 4,0 |
Gewicht/oplegdruk (ton) |
8,5 / 2,1 |
Bruto vanafprijs (excl. btw) |
€144.750 |
Verkoop Benelux |
Grimme, www.grimme.com |
Dit artikel is afkomstig uit het vakblad de Loonwerker. Wilt u de reviews van uw collega's lezen? Klik hier en vraag een proefnummer aan!