Evers Agro bouwt al 30 jaar schijveneggen. En al die tijd is de hoek van de schijven al verstelbaar om de werking aan te passen aan de variërende omstandigheden. Door de vergroening, de opkomst van groenbemesters en van graslandvernieuwing, is de schijveneg populairder aan het worden.
Dit jaar is het precies 30 jaar geleden dat het Nederlandse Evers Agro de ontwikkeling startte van de Vario-Disc schijven eggen. Volgens Bart-Jan Voerhuis, sales en export manager, zag grondlegger Johan Evers de vraag naar goede stoppel bewerking toenemen. De fabrikant was toen al flink actief op het gebied van grond- en stoppelbewerking met onder meer woelers en ook een éénbalks/éénrijige schijveneg.
Het hart van de Evers Vario-Disc schijveneggen is de verticale ophanging van de schijven met snijhoekverstelling
Uitvinder schijveneg
Volgens Evers Agro was (is) het vooral de vaste afstand tussen naast- en achter elkaar gelegen schijven waardoor een schijveneg met vaste schijven lastig aanpasbaar en instelbaar maakt voor de verschillende omstandigheden en werkdieptes. “Het liefste wil je dat de achter elkaar gelegen schijven precies op elkaar aansluiten om de grond over de gehele werkbreedte te bewerken. Om dat bij elke werkdiepte en onder alle omstandigheden te kunnen doen, moeten de schijven verstelbaar zijn”, zegt Voerhuis.
Die gedachte vormde de basis van de Evers Vario-Disc en gaf het werktuig ook zijn naam mee: schijven met een verstelbare snijhoek. Hiermee vond Evers Agro naar eigen zeggen ook de schijveneg (“Kurzscheibenegge”) uit en dat zal vast voor veel mensen onbekend zijn. Het merk leverde in het verleden dan ook schijveneggen aan verschillende andere grote fabrikanten. Naast de verstelbare snijhoek, een vinding die het bedrijf ook patenteerde, is de constructie ook modulair. Aanvankelijk zijn er ook schijveneggen gebouwd met twee rijen schijven met daartussen een rij woelpoten voor de diepe grondbewerking.
Dat bleek niet zo’n succes, maar een voorzetwoeler gevolgd door een schijveneg is ondertussen wel populair om een diepe grondbewerking en de zaaibedbereiding te combineren in één werkgang.
Loodlijn
Elke schijf zit gemonteerd aan een verticale as van chroom-molybdeen staal die met behulp van bussen kan draaien ten opzichte van het frame. Laat je een loodlijn zakken vanuit het hart van de as, dan raakt deze het snijvlak van de schijven. Hierdoor verstel je enkel de snijhoek van de schijven in de rijrichting, horizontaal dus, en niet verticaal. Iets dat volgens Evers belangrijk is voor een goede werking, kering en inwerking van gewasresten. “Zeker onder droge omstandigheden en als de grond hard is. Door deze constructie kunnen de schijven niet wijken”, aldus Voerhuis. Je stelt er in feite de overlap van de opeenvolgende rijen schijven mee in en hiermee pas je dus de effectieve werkbreedte aan aan de werkdiepte. Idealiter wordt de schijveneg twee keer ingezet hoewel dat steeds minder vaak gebeurt. De eerste keer in de vorm van een oppervlakkige stoppelbewerking na een tijdje gevolgd door een tweede diepere grondbewerking. Twee keer een volledige grondbewerking met een schijveneg gaat op lichte gronden overigens moeilijk omdat de schijven de tweede keer onvoldoende weerstand in de reeds bewerkte grond ondervinden om te blijven draaien.
De snijhoek stel je per rij onafhankelijk in met een spindel…
2- of 4-balks?
De Evers schijveneggen zijn er in 2-balks en 4-balks uitvoeringen. De 2-balks is er als Skyros (star frame), Dulmen (opklapbaar) en als Salerno. De Salerno heeft een robuuster frame en is enkel leverbaar met 56 of 61 cm grote schijven en kent een schijfafstand van 30 cm. De 4-balks Orlov is star en de Senner is opklapbaar.