Er wordt een Mestpilot in Noord Holland uitgezet. Daar zijn partijen voor nodig die hier aan mee willen werken. Veehouders maar ook de afnemers, waaronder akkerbouwers en tuinders zijn van harte welkom op 28 juni op de bijeenkomst over het projectvoorstel.
Doel van de bijeenkomst is het informeren over het voorstel en het peilen van animo voor deelname, zodat een gezamenlijk projectvoorstel voor de subsidieaanvraag ingediend kan zijn.
Regionale inzet organische mest
Agrarische ondernemers een toekomstperspectief geven waarin de regionale inzet van organische mest centraal staat. Op basis van drie experimenten (sporen) willen ze te weten komen welke invloed dat heeft op de reductie van emissies Stikstof en CO2 en het behoud van nutriënten. Dat gerelateerd aan bodemkwaliteit, biodiversiteit, grond- en oppervlaktewater kwaliteit en gezondheid van de koe. Samen met bevoegde gezagen, Omgevingsdienst, veehouders en partners/stakeholders. Het gaat om meten + weten. En bij een geslaagd experiment zou dit de standaard bedrijfsvoering kunnen worden voor de veehouders, met commitment vanuit de bevoegde gezagen.
Tijdens dit project verkennen ze ook wat er ruimtelijk nodig is (omgevingsplan) om het gebruik van organische meststoffen, waaronder ook compost en Bokashi, op strategische plekken op of naast akkers te realiseren. Dit om zo min mogelijk vervoersbewegingen en efficiënt gebruik van grondstoffen binnen de eigen kringloop.
Voorstel
- Drie experimenten draaien, meten en valideren met een duur van drie jaar.
- Emissie uitstoot en behoud nutriënten per experiment in kaart brengen. Het om inzicht in de
samenhang daarvan. Gericht op reductie van emissies: ammoniak, stikstof, methaan. Gericht
op behoud van nutriënten waaronder fosfaat. Maar ook op de kwaliteit van de mest in de
omgeving (bodem, water, biodiversiteit en diergezondheid). - Op basis van meetgegevens beleidsregels maken/vertalen in omgevingsvisie en -plan voor
toekomstbestendige veehouderij. - Bijdragen aan het opstellen van een subsidieaanvraag voor het financieren van het meetplan
en de uitvoering daarvan.
Kruidenrijk grasland
Experiment 1- De bedrijfsvoering van de veehouder is gedurende de testfase gericht op het realiseren van kruidenrijk grasland als basisvoeding voor de koeien. De koeien krijgen geen geïmporteerd krachtvoer (zoals soja) als bijvoeding. Dit is de pens-georiënteerde aanpak (ofwel bronaanpak): de koe krijgt de voeding die voor haar goed verteerbaar is en waarbij ze (bijna) geen ammoniak, stikstof en methaan uitstoot. Risico en uitdagingen voor de ondernemer zijn omschakeling van voeding en de tijd die de koe nodig heeft om te wennen aan het nieuwe rantsoen, hoe jaarrond kruidenrijke voeding beschikbaar is en wat het effect is op de productie van melk.
Experiment 2
Het tweede experiment is ook pens-georiënteerd. De bedrijfsvoering van de veehouder gedurende
de testfase is minder ingrijpend dan bij experiment één. De koe blijft hetzelfde voer vreten (gras en
krachtvoer). Aan dat rantsoen worden micro-organismen/probiotica toegevoegd om de vertering van
het voer te optimaliseren en daarmee het effect op uitstoot van ammoniak, stikstof en methaan te
reduceren.
Einde van de keten
Experiment 3 – Dit spoor is een ‘einde van de keten’ oplossing, ofwel mest- georiënteerd. Aan het
huidige rantsoen van de koe verandert niets. Aan de drijfmest in de stal worden micro-organismen
toegevoegd om de kwaliteit van de mest te optimaliseren en daarmee de uitstoot van ammoniak,
stikstof en methaan te reduceren.
Programma
Het programma op 28 juni is als volgt:
11.15 Inloop (met lunch)
11.30 Welkom en doel sessie – Irene Kramer, WN Kramer bv
11.40 Scope mogelijkheden met inzet micro-organismen (wetgeving & provinciaal beleid) – Jan
Doerr, beleidsadviseur landbouw & stikstof provincie Noord-Holland
12.10 Voorstel experimenten, wat willen we doen en hoe? – Barbara Harskamp, coördinator
Circulair Westfriesland en adviseur circulair Omgevingsdienst NHN)
12.30 Inventariseren wensen ten aanzien voorstel ophalen
12.45 Ophalen Wie doet mee?
12.55 Afspraken vervolg
13.00 Einde meeting
Aanmelden en locatie
De locatie is bepaald afhankelijk van het aantal deelnemers. Aanmelden voor de lunchbijeenkomst kan door u per mail op te geven bij Barbara Harskamp via bharskamp@odnhn.nl Na aanmelding ontvangt u een bevestiging met de locatiegegevens.
Bron: WN Kramer