De laatste jaren ontstaan er steeds meer samenwerkingsverbanden tussen dealers, waarbij bijv. drie dealers samen één Precision Farming Specialist in dienst hebben.
Verandering is de enige constante voor onze landbouwsector, maar onderling kunnen de verschillen per deelsector sterk afwijken. Bovenaan de lijst staan alvast de trekkerfabrikanten die naast de strengere emissienormen vooral het pad naar meer digitalisering en connectiviteit effenen. Tjörven Van de Velde, ruim 10 jaar marketing manager Benelux voor Case IH & Steyr maakte deze evolutie mee vanaf de eerste rij.
De Loonwerker ging met Tjörven Van de Velde in dialoog over de uitdagingen voor onze sector en de wijze waarop goede technieken toch nog beter kunnen worden.
De Loonwerker: Je bent sinds 2011 actief in de mechanisatiesector. In welke zin heb je de sector zien evolueren? Van de Velde: “Bij mijn start was de introductie van de gps-technieken een hot item. Recht rijden werd als iets fantastisch ervaren. Wie toen dacht dat dit een eindfase was, merkt op de dag van vandaag dat het slechts een begin was. Diegenen die er toen ingesprongen zijn, behoren vandaag nog steeds tot de pioniers. Zij zijn vandaag de dag meer met data en technologie bezig dan met hun teeltplanning in concreto. Professionele akkerbouwers en loonwerkers hebben toen begrepen dat ze met techniek nog een stap verder konden gaan. Alles bij elkaar is het basisprincipe van “meten is weten” overeind gebleven maar vandaag de dag gebeurt dat op een andere manier dan pakweg 10 jaar terug.
Zo heeft bv. de sensortechniek heel wat meer mogelijk gemaakt. Belangrijk is wel dat er een continu upgrade van de systemen plaatsgevonden heeft. Gps-technieken werden door velen vroeger opgevat als een wirwar van kabels, antennes en schermen. Nu zijn de technieken veel gebruiksvriendelijker en easy to use. Gewoon instappen en functioneel ermee aan de slag. Voor Case IH & Steyr is dit de weg die we verder willen bewandelen. Met CropXplorer Basic hebben we een eerste instapmodel gelanceerd waar landbouwers in real time een veldwaarneming zien omgezet worden in een praktijkactie op de Isobus-terminal (vb. variabel bemesten) en dit voor slechts 15.000 euro. Wij vinden het belangrijk om nieuwe technologieën voor iedereen toegankelijk te maken. Dat is de richting waarin we de techniek zien evolueren.”
Tjörven van de Velde, marketing manager Benelux voor Case IH&Steyr
DL : Als onderdeel van het Case IH & Steyr fabrieksteam beleef je dagdagelijks de praktijk in interactie met dealers, landbouwers en loonwerkers. Persoonlijk bestuur je ook trekkers en oogstmachines. Is dit de sterkte van jullie team om dicht bij de markt te staan? VdV: “De juiste feeling met de markt hebben, is zeer belangrijk. Zoniet blijf je achterop hollen. Bij Case IH & Steyr hebben we op dat vlak een ietwat verscheiden aanpak. Naast een professioneel dealernetwerk hebben we vanuit de fabriek een demonstrator en oogstspecialist binnen ons team omdat we met onze klanten tot de essentie willen komen. Via gebruikerstrainingen gaan we zo de eenvoud van onze machines vertalen naar de praktijk. Klanten moeten zich thuis voelen in hun trekker en oogstmachine.
Wij nemen de tijd om stap voor stap uitleg te geven en niet alles in “één keer op de klant zijn bord te gooien”. Techniek wordt alleen maar sterker als je weet welke basis erachter zit. Verder zijn we ook actief met drie proefbedrijven (gespecialiseerd in granen, aardappelen en high value crops/groenten) om alles rond gps en dataverzameling tastbaar te maken op lokaal niveau voor de klanten. We testen daar nieuwe technieken en delen deze info met onze klanten.”
DL: Als Benelux-organisatie hebben jullie een goed zicht op de marktontwikkeling. Zien jullie tendensverschillen inzake mechanisatie en precisielandbouw tussen België en Nederland? VdV: “Onze Benelux-regio is algemeen een voorloper qua kennis en techniek. We zien echter een evolutie dat niet enkel de machinefreaks daar mee bezig zijn, maar evenzeer bijvoorbeeld de klanten/melkveehouders van loonbedrijven. In Nederland zijn melkveehouders zeer veeleisend op het vlak van graskwaliteit, terwijl ze het werk door loonbedrijven laten uitvoeren. Loonwerkers moeten dus meedenken met hun klanten en dealers op hun beurt met de loonwerkers. Dit zorgt voor een upgrade van de professionalisering. Die 50 ha gras moet in twee dagen de kuil in, maar de loonwerker moet de teelttechniek alsook het juiste maai- en oogsttijdstip opvolgen voor zijn klant.
Sensortechniek die de graskwaliteit opvolgt kan dan in combinatie met bijvoorbeeld een NIR-sensor op de drijfmesttank zorgen dat het gewenste streefdoel voor de melkveehouder bereikt wordt. Net dezelfde tendens zien we ook bij de biobedrijven. Nederland is zeker een koploper, maar ook in België wordt een grote inhaalbeweging gedaan. Denken we maar aan aardappeltelers die variabel poten, bemesten en spuiten. Specialisatie vergt aangepaste technieken en dat is net waar gps en precisielandbouw een groot raakvlak hebben met efficiëntie en kostenbesparing. Bovendien ontlast het sterk de bestuurder omdat de fijntuning voor u wordt gedaan.”