Er is veel discussie over het gebruik en de verlenging van de toelating van glyfosaat als gewasbeschermingsmiddel. Het is het meest toegepaste herbicide in Europa. In 2016 liep de goedkeuring van de Europese Commissie voor het gebruik van dit middel af. Op dit moment wordt gesproken over verlenging van deze toelating. Voorwaarde hierbij is dat het middel geen negatieve gevolgen heeft voor de gezondheid van mensen, dieren en milieu.
Waar echter nog weinig aandacht aan is besteed is de vraag naar de mate van voorkomen van glyfosaat in landbouwgronden als gevolg van de wijdverbreide toepassing ervan in de landbouw. Gisteren is een wetenschappelijke publicatie verschenen in het tijdschrift Science of the Total Environment van een internationale groep wetenschappers onder leiding van Wageningen Universiteit met daarin de gegevens van meer dan 300 bodemmonsters die genomen zijn van landbouwgronden in 10 Europese landen.
Uit deze studie blijkt dat in maar liefst 45 procent van de Europese landbouwgronden glyfosaat en AMPA (het meest stabiele afbraakproduct van glyfosaat) zijn aangetroffen. Zowel de mate van voorkomen als de concentraties van AMPA waren hoger dan die van glyfosaat, tot wel 2 mg per kilo grond. (Voor bodem is er geen officiële norm, voor drinkwater is de norm maximaal 0,1 µg per liter.) “Omdat glyfosaat en AMPA als ze aan de bodemdeeltjes gehecht zijn zeer persistent zijn bestaat er een grote kans op verdere verspreiding van de verontreiniging door bijvoorbeeld winderosie of afspoeling van verontreinigde gronden,” zegt prof. Violette Geissen van de leerstoelgroep Bodemfysica en landbeheer, een van de auteurs van bovengenoemde studie. “En als glyfosaat wordt toegepast in gebieden met sterke winderosie, kunnen ook mensen er direct aan worden blootgesteld. Omdat de stof zich hecht aan zeer kleine deeltjes, kan die gemakkelijk door mensen en dieren worden ingeademd.”
Resten van glyfosaat in bodem
Behalve via de wind kunnen glyfosaat en AMPA zich ook hechten aan bodemdeeltjes en zo uitspoelen naar het oppervlaktewater. Horth onderzocht in 2012 meer dan 75.000 monsters van oppervlaktewater verspreid over Europa. In een derde van de monsters werd glyfosaat aangetroffen, in concentraties tot soms meer dan 300 µg per liter. AMPA werd in de helft van 57.000 monsters aangetroffen in concentraties tot meer dan 200 µg per liter. (Nogmaals: de norm voor drinkwater is 0,1 µg per liter.) Hoppe et al. liet 2013 zien dat in 44% van urinemonsters van 180 burgers uit 18 landen in Europa glyfosaat zat. Violette Geissen: “Dit leidt tot de conclusie dat de Europese Unie zo spoedig mogelijk ook normen moet opstellen voor glyfosaat en AMPA in de bodem. Er zijn behoorlijke potentieel negatieve effecten op de bodem-biodiversiteit, het waterleven en de mens na blootstelling aan deze stoffen. Zeker gezien de grote mate waarin wij resten van glyfosaat in bodems overal in Europa hebben aangetroffen, is het niet verstandig de toelating van glyfosaat te verlengen.”
Bron: WUR