Hoewel de economie kwakkelt, is de arbeidsmarkt nog steeds zeer krap. ABN AMRO verwacht voor de meeste sectoren een voorzichtig herstel dit jaar, dat in 2025 verder doorzet. Naar verwachting kampen ondernemers met een structureel tekort aan arbeidskrachten, mede door de vergrijzing. Werkgevers moeten daarom inzetten op een hoger welzijn van hun medewerkers. Niet alleen om eenvoudiger personeel te werven en langer vast te houden, maar ook om de arbeidsproductiviteit te verhogen.
Voor een aantal sectoren was 2023 een lastig jaar, onder andere door de afname van de internationale handel, de snel gestegen rente en de hoge inflatie. De laatste maanden begint zich een voorzichtig herstel af te tekenen. Zo konden veel winkeliers meer producten verkopen, dankzij de gestegen koopkracht van consumenten. In de industrie verbeterde het vertrouwen van producenten, die de vraag naar producten voor het eerst sinds 2022 zagen toenemen. De sector Technologie, Media en Telecom (TMT) groeide in 2023 nog matig, maar zit inmiddels in een hogere versnelling.
Landbouw krimpt
De volumes in de land- en tuinbouw staan onder druk als gevolg van verschillende ontwikkelingen. Voor de pluimveehouderij en de varkenshouderij geldt dat minder dieren gehouden worden als gevolg van verduurzamingsopgaven. Niet alleen in Nederland, maar in heel West-Europa krimpt de varkensstapel. De komende jaren zal dit aanhouden. De akkerbouwvolumes staan onder druk door de aanhoudende regen, waardoor het zaaien en poten vertraagd of soms mislukt is. Door de lagere energieprijzen nemen de volumes in de belichte teelt juist toe. Financieel staat de sector er goed voor doordat de vraag op een hoog niveau blijft en de prijzen daardoor gunstig zijn.
Prognoses volumegroei sectoren (in procenten, jaar-op-jaar)
Arbeidsmarkt structureel krap
Hoewel de economie sinds eind 2022 nauwelijks is gegroeid, is de arbeidsmarkt nog steeds zeer krap. De werkloosheid is marginaal gestegen, van 3,5 naar 3,6 procent, maar het gaat nog altijd om een zeer laag percentage. Ondernemers beschouwen een tekort aan arbeidskrachten nog altijd als verreweg de belangrijkste belemmering voor verdere groei, zo blijkt uit de Conjunctuurenquête van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Door de vergrijzing kunnen personeelstekorten tot 2040 verder toenemen. In dat jaar piekt de vergrijzing, zo verwacht het Centraal Planbureau (CPB).
In een aantal sectoren gaat de komende jaren een aanzienlijk deel van de medewerkers met pensioen. De transportsector spant de kroon: ruim drie op de tien medewerkers (31 procent) in die sector is 55 jaar of ouder. Ter vergelijking: in de gehele Nederlandse economie is dat 22,8 procent. Dat is problematisch, want op dit moment kampt al bijna de helft van de werkgevers in de transportsector met een tekort aan arbeidskrachten. Ook in het vastgoed, de industrie en de sectoren Agri en Food is het personeelsbestand relatief grijs, terwijl minstens een kwart tot drie op de tien ondernemers in deze sectoren nu al aangeeft te kampen met een personeelstekort. Leisure daarentegen kent van alle sectoren het kleinste aandeel 55-plussers. Voor deze sector ligt de uitdaging juist bij het grote verloop van jongeren; 57 procent van de werknemers is tussen 15 en 25 jaar.
Vergrijzing en personeelskrapte per sector
Sleutel tot groei ligt bij welzijn medewerkers
Het welzijn van medewerkers is om meerdere redenen belangrijk. Natuurlijk zullen medewerkers die tevreden zijn over hun werkgever minder snel geneigd zijn de organisatie te verlaten. Ook zullen goede werkgevers minder moeite hebben met het aantrekken van nieuw personeel.
Misschien nog wel belangrijker is dat een hoger welzijn kan leiden tot een hogere productiviteit. Zo bleek in 2023 uit onderzoek van de Erasmus Universiteit Rotterdam dat een hoger werkgeluk leidt tot hogere productiviteit. Vooral bij complexere taken was het effect groot. Dit is van belang omdat veel banen door toenemende automatisering en gebruik van technologie steeds meer complexe taken omvatten. Een hoger werkgeluk kan er dus toe leiden dat met hetzelfde aantal medewerkers meer kan worden geproduceerd, zeker in een hoogtechnologische, kennisintensieve economie. Het gegeven dat een hoger welzijn volgens onderzoekers leidt tot lager verzuim komt daar nog eens bovenop.
Grote verschillen tussen sectoren
Uit de Sectorale Welzijnsmonitor van ABN AMRO blijkt dat er grote verschillen zijn in het welzijn van medewerkers tussen verschillende sectoren. Zo ligt het welzijn gemiddeld lager in de sectoren Food, Industrie, Leisure, Transport, Retail en Zorg. Dat is vooral een probleem in sectoren waar werkgevers kampen met een groot tekort aan arbeidskrachten, zoals in de sectoren Leisure, Transport, Retail en Zorg. Met name in deze sectoren is het dus nodig om het welzijn van medewerkers te verbeteren, ook om te voorkomen dat een vicieuze cirkel ontstaat, waarin als gevolg van het lage welzijn de personeelstekorten toenemen, de werkdruk daardoor oploopt en het welzijn weer verder afneemt, et cetera.
In de sectoren TMT en Zakelijke Dienstverlening is het tekort aan arbeidskrachten ook groot, maar in deze sectoren ligt het welzijn ook hoog. Het risico dat de eerdergenoemde vicieuze cirkel zich in deze sectoren aftekent is dan ook minder groot.
Welzijn in sectoren afgezet tegen personeelskrapte
Percentage van werkgevers die personeelstekort als grootste belemmering ervaren
Welzijn in bijna alle sectoren verbeterd
Het welzijn van medewerkers is in 2023 in vrijwel alle sectoren verbeterd. Met name de werkprivébalans en de ruimte voor persoonlijke ontwikkeling zijn fors verbeterd, zoals getoond in onderstaande grafiek. Werkgevers bieden werknemers meer ruimte voor hun hobby’s, vrienden en familie. Steeds vaker hebben personeelsleden inspraak in hun werktijden en kan verlof naar wens worden opgenomen.
Ontwikkeling indicatoren van welzijn over alle sectoren
Werkdruk afgenomen en ziekteverzuim daalt licht
Opvallend is dat de werkdruk verder is afgenomen. Werknemers maken minder overuren. Daarnaast ervaart minder personeel het werk als te veel of te zwaar. Dit betekent dat werkgevers ondanks de krappe arbeidsmarkt in staat zijn om hun werknemers te ontlasten. Toch laat de verbetering in de gezondheid van die werknemers te wensen over. Het ziekteverzuim daalt slechts licht. Ruim 15 procent van het personeel voelt zich enkele keren per maand of vaker compleet uitgeput door werk. Ook voelt 22 procent zich moe in de ochtend, een stuk meer dan de 17 procent die dit in 2015 aangaf.
Werkgevers investeren meer in de ontwikkeling van hun personeel. Leidinggevenden stimuleren steeds vaker de ontwikkeling van kennis en vaardigheden, zo geven hun werknemers aan. Dit is een belangrijke trend die zorgt voor innovatie bij ondernemingen. Als het personeel meer ruimte krijgt om te innoveren kan de productiviteit ook verbeteren. Daarnaast krijgt het personeel meer doorgroeimogelijkheden in een krappe arbeidsmarkt. Zo geven medewerkers steeds vaker aan kans te maken op een promotie. En als die toch uitblijft, kunnen ze makkelijker ergens anders aan de slag.
In de bouw is het welzijn van de medewerkers de laatste jaren fors verbeterd. Werknemers zijn tevredener dan voorheen over tal van aspecten, waaronder baanzekerheid, de fysieke belasting en de mate waarin ontwikkeling gestimuleerd wordt door leidinggevenden. Werknemers ervaren bovendien steeds meer vrijheid bij het opnemen van verlof en in het bepalen van de werktijden. Die toegenomen autonomie heeft de werktevredenheid verbeterd. Daar kunnen werkgevers in andere sectoren waar de ervaren autonomie laag is, zoals de Zorg, Transport en logistiek, Leisure en Retail, een voorbeeld aan nemen.
De Zorg scoort op de meeste indicatoren slechter dan andere sectoren. Wel zijn werkgevers in de Zorg er het afgelopen jaar in geslaagd de balans tussen werk en privé van het personeel te verbeteren. Ze geven vaste medewerkers steeds vaker zeggenschap over hun werktijden. Een gebrek aan autonomie is voor zorgpersoneel altijd een belangrijke reden geweest om over te stappen naar het zzp-bestaan. Werkgevers doen er momenteel alles aan om hun vaste medewerkers te behouden zodat ze hen niet tegen extra kosten hoeven in te huren. Daarom krijgen deze medewerkers meer autonomie, al is die nog steeds een stuk lager dan in andere sectoren.
Werkgevers kunnen niet om welzijn personeel heen
Een verdere verbetering van het welzijn is nodig om de productiviteit te verhogen en voldoende personeel aan te trekken. Zoals gezegd lijkt het erop dat veel werkgevers daar als gevolg van de krappe arbeidsmarkt al volop mee bezig zijn, waardoor het welzijn de laatste jaren in vrijwel alle sectoren sterk is verbeterd. Vooral de werkprivébalans en de mogelijkheid tot persoonlijke ontwikkeling zijn gestegen.
En zoals gezegd zijn de verschillen tussen de sectoren groot en blijven veel sectoren helaas op een paar heikele punten achter. Zo zit in de ervaren veiligheid al jaren geen verbetering. Deels is dit het gevolg van intimidatie of agressie door klanten zoals in de Retail en Leisure, of door patiënten, zoals in de Zorg. Toch kunnen werkgevers proberen de veiligheid te vergroten. Zo kan het personeel meer worden getraind in het omgaan met bijvoorbeeld boze klanten of onveilige situaties. Incidenten kunnen meer met collega’s worden besproken, zodat de organisatie ervan kan leren. Ook kan de nazorg worden verbeterd. In de industrie, transportsector en bouw is het navolgen van veiligheidsregels en het daarin trainen nodig om ongelukken te voorkomen. Dat is niet alleen voor het welzijn van het personeel van belang; de financiële gevolgen van bedrijfsongevallen kunnen voor werkgevers vele duizenden tot zelfs miljoenen euro’s bedragen.
Ook dienen werkgevers actief in te zetten op preventie van mentale problemen, wat cruciaal is voor het creëren van een gezonde werkomgeving. Een belangrijke vraag bij de inzet op preventie is welke waarden passen bij de organisatie en welke aanpak wordt gekozen. Bedrijven doen er goed aan om eerst op zoek te gaan naar oplossingen voor problemen in het werk zelf, zodat stress kan worden voorkomen. Knelpunten die genoemd worden voor werkdruk liggen doorgaans op een aantal niveaus: het totale proces, de werkorganisatie of de taakstructuur; de wijze van communicatie; de stijl van leidinggeven; de vaardigheden van werknemers zelf en de bezetting en werkverdeling.
Vanuit deze aanpak zijn gesprekken nodig tussen leidinggevenden en werknemers om de oorzaken te vinden en met oplossingen te komen. Het is niet zinvol om in één keer een grote verandering teweeg te brengen, want dat zorgt er juist voor dat werknemers blokkeren. En enige stress is niet erg. Werkdruk en stress worden pas een probleem wanneer de spanning blijft en niet wordt afgewisseld met rust en ontspanning.
Bron: ABN AMRO