We staan aan de vooravond van het zaaiseizoen, waarbij de start van de uienteelt van cruciaal belang is. Want een plant die bij de start goed opkomt kan aan het eind van de teelt uitgroeien tot een mooie ui.
Om dit waar te maken deelt De Groot en Slot hierbij graag hun kennis met een aantal tips voor een geslaagde start.
- Leg het land, indien mogelijk, in één werkgang klaar. Doe dit met een zo laag mogelijke bandenspanning.
- Als de bodem na een natte winter door water verzadigd is, kan het iets langer duren voordat de grond geschikt is om te zaaien.
- Zaai altijd op een vaste en vochtige ondergrond op ongeveer twee à drie centimeter diepte. Bij vroege zaai is het gunstiger om iets ondieper te zaaien. Daardoor komen de planten sneller boven.
- Voor een optimale start: gebruik B-Mox® geprimed zaaizaad met een startmeststof in de rij.
Temperatuur
- Droogt in het voorjaar de toplaag te snel uit? Beregen het perceel dan het liefst voor het zaaien. In de afgelopen jaren is gebleken dat hiermee de beste resultaten behaald zijn.
- Voor het kiemen van uienzaad ligt de optimale bodemtemperatuur tussen de 10 en 20 graden. Tip: het is heel gemakkelijk om de bodemtemperatuur te meten met een vleesthermometer.
- Het helpt altijd om voor het zaaien de weersverwachting goed in de gaten te houden. Zo weet je wat je kunt verwachten.
- Treedt er na de zaai korstvorming op? Zorg er dan zo snel mogelijk voor om de korst te breken met bijv. een eg of korstenbreker.
Moment van zaaien
- Op het moment van zaaien is ook al min of meer het oogstmoment bepaald. Hanteer hierbij de vuistregel dat tien procent dikker zaaien zorgt voor een week eerder oogsten.
- Streef naar 25 planten per strekkende meter (ongeacht het teeltsysteem).
Bron: De Groot en Slot