Met het naderen van carnaval 2024 komt ook de bouw van praalwagens weer om de hoek. Op veel bedrijven wordt een gedeelte van het bedrijf tijdelijk omgetoverd tot een werkplaats voor carnavalswagens. Dit alles dient natuurlijk (brand)veilig te gebeuren. Ook zijn er regels opgesteld om te zorgen voor een veilige optocht.
Voor de bouw begint is het belangrijk om een geschikte werkomgeving te kiezen. Kijk daarbij of er materialen, goederen of stoffen aanwezig zijn die brandbaar, ontvlambaar of explosief zijn. Denk hierbij aan vaten met brandstof, hooi, strooisel of isolatiematerialen in een dakconstructie. Dit dient weggehaald te worden of afgeschermd met onbrandbare materialen.
Ook is het belangrijk om de ruimte waar gewerkt wordt goed te ventileren. Afspraken maken met het bouwteam over orde en netheid creëren een fijne werkomgeving. Denk daarbij ook aan vluchtwegen in de werkplaats te hebben en deze duidelijk aan te geven.
Veiligheid in de werkruimte
Bij brandgevaarlijk werk, zoals bijvoorbeeld verfspuiten, dien je niet te roken in de ruimte. Houd dan in ieder geval een brandblusser, brandslang of emmer zand bij de hand. Een poederblusser PG van twaalf kilogram of een sproeischuimblusser van negen liter hebben hierbij de voorkeur. Om brand te voorkomen is het ook handig om uitsluitend gebruik te maken van metalen afvalbakken, met een goed sluitend metalen klepdeksel, of afvalbakken die vlamdovend zijn. Ook kunnen smeulende resten achteraf alsnog brand veroorzaken. Kijk daarom na een kwartier, na één en twee uur nog of er geen smeulende resten zijn achtergebleven in de werkplaats. Verder is het aan te rijden om tijdens de bouw de werkomgeving te blijven controleren en houd een telefoon binnen bereik om snel hulp in te kunnen schakelen.
Zitplaatsen op de aanhangwagen
Tijdens de optocht dient er voor iedereen op de carnavalswagen een zitplaats aanwezig te zijn, die vast gemonteerd is en een rugleuning heeft. De reling dient 100 tot 120 centimeter hoog te zijn en voor iedereen dient een beugel of handgreep aanwezig te zijn. Als dat niet een geval is, dient iedereen met een tuig te zijn vastgemaakt. De maximale snelheid tijdens de optocht is vijf kilometer per uur en één aanhangwagen achter een trekker is voldoende. De enige aanwezige in de trekker is de bestuurder met een (trekker)rijbewijs.
Tekst: Kim Sjoers
Bron: Interpolis