Fijnzadige gewassen worden met de Stanhay-zaaitechniek met hoge precisie in de grond gebracht. Homburg is sinds vorig jaar importeur van de machines van Engelse makelij voor Nederland en België. Productspecialist Marijn van den Akker ziet het vooral als aanvulling op de technieken van Väderstad, waarbij het vooral gaat om precisie en hoge capaciteit en het precisieschoffelen met Garford. “Stanhay vult juist het gat voor het zaaien van fijnzadige groenten.”
De verschuiving van het uienareaal naar de zandgronden in bijvoorbeeld Drenthe is volgens Marijn van den Akker een ontwikkeling waarmee de potentie van de precisiezaaimachines is vergroot. De Engelse fabrikant bouwt al zestig jaar precisiezaaimachines, voor meer dan tweehonderd verschillende groentegewassen. “Een miljoen zaadjes per hectare is geen uitzondering.” Voor vollegrondsgroentetelers is Stanhay dus absoluut geen onbekende naam. “Je ziet daar nu een vervangingsmarkt ontstaan, dus er ligt al een mooie basis”, aldus Van den Akker. “Uientelers ervaren ook de meerwaarde van goede precisietechnieken. Het mag wat meer kosten, maar moet wel meer opleveren.”
Zaaischijf als onderscheidend element
De zaaischijf is het grootste onderscheidende element van Stanhay, haalt Van den Akker aan. Met het oog op de zaadgrootte zijn er een enorm aantal schijven beschikbaar, voor verschillende zaadgroottes, gewicht en soort afleg. Bovendien zijn ze eenvoudig te vervangen. De breedte hangt af van de zaaischijf die het zaad enkel- of breedwerpig aflegt op de bodem. Het zaaielement hangt in een langwerpig onderstel met wielen aan de voor- en achterkant. De zaaischijven zijn met 0,4 millimeter superdun. Op dit principe heeft Stanhay patent, vertelt Van den Akker.
X10- en X30 serie
De zaaimachines worden in twee series aangeboden: de X10- en X30. Belangrijkste verschil tussen de twee basisvarianten is dat er met het X10- element maar één zaairijtje per element gezaaid kan worden. Met het element van de X30 serie zijn dat er maximaal vier of verspreid. Het frame voor de smallere types en de opklapbare versies met een grotere werkbreedte is star. De smalste rijafstand is bij de mechanische varianten achttien centimeter. Voor de elektrisch aangedreven, de zogenoemde e-drive, is de minimale afstand tussen de rijen twintig centimeter. Dit komt omdat er op ieder zaaielement een elektromotor zit, die met een snaar de schijven aandrijft. Omdat er meerdere zaailijnen per element zitten, kan er op 10 of in het geval van de X30-serie zelfs op 7,5 centimeter worden gezaaid.
Eventueel is het mogelijk om in het geval van maatwerk zaaimachines tot 96 rijen op drie bedden te zaaien of de zaaielementen in verstek naast en achter elkaar te plaatsen. Veel Stanhay-zaaiers worden tegenwoordig uitgevoerd met Disceye camera op de zaaischijven zodat de chauffeur controle kan houden op het aantal missers of dubbele zaadjes.
Hoge mate van precisie
Ondanks de hoge mate van precisie worden er amper concessies gedaan in de capaciteit, merkt Van den Akker op. “De snelheid is gemiddeld 4 tot 4,5 kilometer per uur. Als je de omwentelingen van de schijf verhoogt, kun je zelfs op 7,5 kilometer per uur komen. Dit is wel afhankelijk van het soort zaaischijf dat je gebruikt. In mijn optiek is 23 tot 25 toeren maximaal.”
Binnen de verschillende series zijn er, naast de grote keuze in zaaischijven, op elke variant diverse opties zoals verschillende schaarkoutertypes, aandrukwielen, afstrijkers, kluitenruimers en toedekstrijkers. Met een volledig Isobus-compatible elektrische aandrijving behoort ook sectieafsluiting tot de mogelijkheden. “Dit maakt het mogelijk om ook per zaaielement een andere zaaiafstand aan te houden.” Ook de combinatie met toediening van kunstmest of granulaat, met bijvoorbeeld een elektrisch aangedreven APV-strooier, is mogelijk.
Dit is een artikel uit de Akkerbouwkrant. Wil je deze thuis ontvangen? Klik hier.
Tekst en beeld: Martin de Vries