Met nieuwe onderzoeksresultaten van Wageningen Livestock Research in samenwerking met Eurofins Agro kan de beschikbare hoeveelheid droge stof van ‘natte graskuilen’ beter ingeschat worden. Aanleiding was het voorjaar van 2021 dat kouder dan normaal was en in de maand mei viel vaak en veel neerslag. Hierdoor was het lastig om kuilgras voldoende voor te drogen. In de praktijk kwamen daardoor regelmatig voorjaarsgraskuilen voor die minder dan 25 procent droge stof bevatten.
Dichtheid natte graskuilen niet goed geschat
Gaandeweg 2021 kwamen vanuit de praktijk regelmatig signalen dat de dichtheid van die graskuilen, bepaald met de bestaande tabelwaarden uit het handboek melkveehouderij, werd overschat. De berekende hoeveelheid droge stof die dan beschikbaar is om te voeren week soms erg af van de werkelijkheid. Dit betekende dat ook voor de bedrijfsspecifieke excretie (BEX) en de Kringloopwijzer de hoeveelheid graskuil in het rantsoen bij ‘natte graskuilen’, niet goed in te schatten was.
Onderzoek natte graskuilen
Voor het inschatten van de hoeveelheid kuilgras wordt het volume van de kuil vermenigvuldigd met de dichtheid. Voor de dichtheid wordt in de Handreiking bedrijfsspecifieke excretie melkvee verwezen naar tabelwaarden in het Handboek Melkveehouderij. Deze tabelwaarden zijn gebaseerd op datasets van verschillende onderzoeken met een range in droge stofgehalte van 25 tot 70 procent. Daarmee zijn de tabelwaarden dus eigenlijk niet geldig voor graskuilen waarvan het droge stofgehalte lager is dan 25 procent. Om de tabel aan te vullen met waarden die beter aansluiten bij dergelijke natte graskuilen is er onderzoek gedaan naar de dichtheid van 16 graskuilen in oost-Nederland met een droge stofgehalte lager dan 25 procent.
Uit de resultaten kwamen de volgende conclusies en aanbevelingen naar voren:
- Het droge stofgehalte van de onderzochte kuilen varieerde van ca. 15 tot 21 procent. De gemiddelde dichtheid was met 152 kg ds/m3 ca. 55 kg ds/m3 lager dan geschatte dichtheid op basis van de klasse <35 procent ds in de huidige tabel.
- In tegenstellig tot de huidige tabelwaarden, werd er binnen de kuilen van dit onderzoek geen significant effect gevonden van kuiltype (rijkuil of sleufsilo), kuilhoogte en afdekkingsmethode (met of zonder gronddek) op de dichtheid.
- Binnen de kuilen van dit onderzoek had het droge stofgehalte wel een significant effect op de dichtheid. Uit de regressieanalyse kwam het volgende lineaire verband: Dichtheid (kg ds/m3) = -32,4 + 1,02 x droge stofgehalte (g/kg).
Opname Handreiking BEX
Het is de bedoeling om de aan de huidige dichtheidstabel in het Handboek voor de melkveehouderij een klasse <22 procent ds toe te voegen, waarin bovenstaande relatie tussen het droge stofgehalte en de dichtheid uit dit onderzoek wordt toegepast.
Het onderzoeksresultaat wordt aangeboden aan het ministerie van LNV en de werkgroep bedrijfsspecifieke excretie (BEX), zodat deze ook meegenomen kan worden in de handreiking bedrijfsspecifieke excretie van 2023 en daarmee bij het invullen van de BEX en Kringloopwijzer van 2023.
Bron: WUR