Gerco Koers uit Kamperveen heeft blauw Ford-bloed door zijn aderen stromen. Als medewerker van loonbedrijf Ten Hove werkt hij dagelijks met Fendt, maar op het ouderlijk bedrijf laat hij de motor van de 8630 maar al te graag ronken. De trekker heeft hij sinds augustus, een aankoop waar hij al langere tijd op zat te loeren. De Ford valt niet alleen bij Koers in de smaak, getuige de uitverkiezing van zijn foto tot trekker van de maand november.
Opa reed al Ford
“De Ford 8630 heb ik in augustus bij een handelaar gekocht, die hem op zijn beurt uit Duitsland heeft geïmporteerd. Ik had altijd al schik van zo’n trekker. Toen kwam ik deze tegen en dat leek me wel mooi.”
“Ik ben echt een Ford-man dus ik wilde een Ford en dit model vind ik het mooist. Mijn opa had altijd een Ford op de boerderij, dus ik ben er eigenlijk mee opgegroeid. Mijn wens was om een zescilinder te kopen. Ik wilde wel een grote trekker, maar dit model is wel mooi compact. Met de Ford doen ik thuis het schudden, harken, putmixen, balen rijden enzovoort. Mijn ouders hebben thuis in Kamperveen een kalvermesterij met veertienhonderd kalveren.”
Afwisseling tussen Ford 8630 en Fendt
“Of ik ambitie heb om thuis in het bedrijf te komen? Nee, eigenlijk niet. Ik hou van meer afwisseling. Daarom zit ik op mijn plek bij loonbedrijf Ten Hove in Kamperveen. Daar werk ik nu drie jaar en dat bevalt me uitstekend. Ik zit doe daar agrarisch loonwerk en grondverzet.”
“Bij het loonbedrijf zit ik op meerdere trekkers. Ten Hove heeft alleen maar Fendt in het machinepark. De Ford vind ik prachtig, maar voor de dagelijkse werkzaamheden op het loonbedrijf zou die echt te kort komen.”
Ford 8630 met vermogen van 150 pk voor de TrekkerTrek
“De 8630 heeft 150 pk vermogen. Er ligt 6.6 liter motor in. Toen ik de trekker heb gekocht heb er andere banden onder gelegd. Ook heb ik luchthoorns en toplampjes toegevoegd.”
“De Ford wil ik gaan gebruiken voor Trekkertrek. Sinds ik de Ford in mijn bezit heb, heb ik dat nog maar één keer gedaan. Eigenlijk was het ook geen officiële wedstrijd. Maar dat ga ik volgend jaar sowieso doen.”
Tekst: Martin de Vries