Kesselaar BV uit ’s-Gravenpolder is specialist in plantuien en gladiolen. Capaciteit op het veld, het verbeteren van het resultaat en efficiëntere inzet van personeel zijn de belangrijkste redenen voor het akkerbouwbedrijf om te investeren in nieuwe rooitechniek en om de verwerking te optimaliseren. Een Grimme Varitron 470 TerraTrac Platinum-aardappelrooier is omgebouwd en geschikt gemaakt om eerstejaars plantuien van 0,8 tot 1,5 centimeter en gladiolen binnen te halen. Voor de kistenbewaring spaart een volautomatische VHM BoxFilr het werk van een medewerker uit.
Jan Willem Goudzwaard veegt onder de Grimme Varitron wat grond weg om te kijken of er nog witte plantuien zijn achtergebleven. “Niets”, knikt hij tevreden. Achter de rooier liggen de uien mooi in zwad van een meter. De afleg is uniek. Het zwadrooien verhoogt de kwaliteit van het product, maar is een techniek die alles behalve standaard is. Kesselaar BV was op zoek naar een andere rooier.
Varitron aardappelrooier geheel aangepast
Bij Grimme, in samenwerking met P. van Eijzeren Mechanisatie uit Borsele, zagen ze de uitdaging voor deze bijzondere opdracht wel zitten en zijn ze samen de tekenkamer ingegaan.
De Varitron aardappelrooier is geheel aangepast en uitgerust met een unieke aflegunit.
Rooibek van drie meter
De oogsttechniek voor het zwadrooien begint met de rooibek van drie meter, waarmee niet alleen de bedden van drie meter maar ook anderhalve meter kunnen zijn gerooid. Een rooibek is een techniek die ook bij aardappelen is toegepast en zeer geschikt is voor de gevoelige uien en gladiolen. “De matten dichter op elkaar. De ruimtes zijn afgedicht zodat de kleine uien daar niet tussen kunnen vallen”, verklaart Huib Kesselaar. De matten hebben een superfijne steek en dubbele spijlen voor de maatvoering van 0,8 tot 1,5 centimeter van de uien. “Omdat het één grote rooibek is gaat het product direct op de zeefmatten. Versmallingen heb je niet.”
Het betreft een beitelbek, die de uien rooit. De klapper met extra beplating zorgt voor een goede zuigende werking en worden ook volvelds ingezet. “Die heeft dezelfde lengte als de klepels”, legt Kesselaar uit. De rooier is niet uitgevoerd met ‘voelers’, omdat je dien niet kwijt kunt tussen de ruggen van drie meter. De werkzaamheden zijn dus volledig op gps uitgevoerd.
Schudcapaciteit
Iedere zeefmat is voorzien van zeefkloppers, waarmee de schudcapaciteit is verhoogd. De axiaalset en multisep (horizontaal/verticale) rollen reiniging zijn verwijderd. Er zijn een verdeelmat en extra kloppers aangebracht. Met een hydraulisch aangedreven invoer/opnameset en een borstelband gaat de stroom met uien de juiste kant op. Aandrijving vindt op de riemen van de spijlenband plaats, niet op de spijlen.
Elevator eruit
Speciaal voor het rooien van de kleine uien is de opvoerband/elevator eruit gehaald. Daar komen twee dwarsbandjes voor terug die het product op de grond in een zwad van een meter leggen. Daarvoor zit een aandrukrol. Deze vijzel zorgt er voor dat de bodem goed stevig is. “Als we gladiolen gaan rooien, benutten we de bunker van zeven kuub wel. Dan bouwen we de elevator weer op en koppelen we de aflegunit af.”
Risicospreiding
De plantuitjes zijn voor de helft in eigen beheer geteeld op percelen in Zeeland. Het resterende deel is op contractbasis geteeld in de Noordoostpolder, rond Nijmegen en in België. Op deze manier worden de risico’s gespreid. “Waar we bijvoorbeeld in Nijmegen altijd veel eerder waren met het rooien van plantuien, is ook Zeeland steeds vroeger.
Met twee rooimachines zijn we een stuk flexibeler. Om de kwaliteit beter te kunnen waarborgen bij natte periodes is het efficiënter om twee rooiers te hebben, omdat je met twee rooiers het land op kunt, de uitjes zo sneller gerooid kunnen worden. Dit komt de kwaliteit ten goede. Door ze in zwad te leggen, drogen ze op en kunnen we ze vervolgens opladen.”
Tekst en beeld: Martin de Vries en P. van Eijzeren