De Belgische federaal minister van Landbouw David Clarinval (MR) heeft op de Europese Raad van Landbouwministers, die eerder deze week plaatsvond, gepleit voor een harmonisering van Europese regelgeving op het gebied van biologische gewasbeschermingsmiddelen. Ook pleitte hij voor fytosanitaire maatregelen ter bescherming tegen plantenziekten uit derde landen.
Eén van de belangrijke doelstellingen van de Europese farm-to-fork-strategie is de afhankelijkheid en het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen te verminderen. “Daarvoor zijn alternatieven nodig, evenals de ontwikkeling van nieuwe technologieën”, aldus minister Clarinval.
Biologische gewasbeschermingsmiddelen als alternatief
In dat kader steunt hij het gebruik van biologische bestrijdingsmiddelen als een duurzaam alternatief voor het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen, maar de minister zou graag een harmonisering op Europees niveau zien. Harmonisering van de regelgeving lijkt hem van essentieel belang gezien de verspreiding van deze biologische middelen tussen de lidstaten en het bestaan van verschillende nationale regels.
Toelating van stoffen
Vandaag is het immers zo dat Europa, bij monde van het Europees voedselveiligheidsagentschap EFSA, enkel een goedkeuring geeft voor actieve stoffen die de basis vormen van gewasbeschermingsmiddelen. Wil een producent de toelating krijgen om een middel met een toegelaten actieve stof op de markt te krijgen? Dan moet hij de toelating krijgen van een lidstaat.
Europese klimaatzones
Zo is Europa onderverdeeld in verschillende (klimaat)zones. Nederland behoort bij de centrale zone waar ook Duitsland, Ierland, België en Polen toe behoren. Per zone wordt dan een oordeel gevormd over bijvoorbeeld veiligheid voor mens en milieu van het product. Beoordeelt een zone een product positief, dan nog kunnen lidstaten beslissen of ze een product al dan niet wederzijds erkennen.
Een efficiëntie-oefening dringt zich op in de evaluatieprocedure voor alle gewasbeschermingsmiddelen, niet alleen voor de biologische middelen
Peter Jaeken – Secretaris-generaal Phytofar
Deze getrapte beoordelings- en toelatingsprocedure geldt niet alleen voor biologische middelen, maar voor alle gewasbeschermingsmiddelen. Phytofar, de sectorfederatie van de gewasbeschermingsmiddelenindustrie, wijst er op dat zo’n harmonisering dus niet alleen nodig is voor biologische bestrijdingsmiddelen.
Procedures efficiënt en voorspelbaar
“Een efficiëntie-oefening dringt zich op in de evaluatieprocedures voor alle gewasbeschermingsmiddelen. Als industrie hebben wij geen problemen met strenge en complexe toelatingsprocedures; maar zorg dat alle producten eraan onderworpen worden en zorg dat de procedures efficiënt en voorspelbaar verlopen, inclusief het systeem van wederzijdse toelatingen tussen landen”, aldus Peter Jaeken van Phytofar.
Bescherming tegen plagen uit derde landen
Een ander onderwerp dat op de Landbouwraad ter tafel kwam, waren de fytosanitaire maatregelen ter bescherming tegen plantenziekten die de landbouw bedreigen. Deze uitwisselingen vonden plaats in het kader van de implementatie van het ‘Internationaal jaar van de plantengezondheid’ en de plantgezondheidsverordening die in december 2019 in werking trad en zich richt op een betere bescherming tegen de introductie van nieuwe schadelijke organismen via invoer uit derde landen.
Clarinval pleit voor betere voorbereiding
Minister Clarinval pleitte voor een betere voorbereiding tegen de introductie van plagen via beter gerichte steekproefplannen en de harmonisatie van inspecties binnen de Europese Unie. Ook hecht hij belang aan een Europees steunprogramma voor de ontwikkeling van nieuwe opsporingsmethoden zoals snuffelhonden, satellietbeelden en dronebeelden.
Bron: VILT