Na twaalfduizend draaiuren mogen de trekkers bij Loonbedrijf Lamberink in het Overijsselse Lutten het wat rustiger aan doen. Er wordt niet meer het uiterste van gevraagd en dat geldt ook voor de John Deere 7530. De teller staat inmiddels toch op bijna zeventienduizend uren en daar gaan als het aan Niek Lamberink ligt nog flink wat bij komen. “Want het is gewoon een fijne trekker, waarvan wij hopen dat die nog een hele poos op het bedrijf blijft.”
John Deere 7530
De 200 pk-trekker van John Deere is in 2008 gebouwd en in hetzelfde jaar nieuw op het loonbedrijf uit Lutten gekomen. “We hadden al een John Deere. Het zijn gewoon fijne trekkers en er is wat minder trammelant mee, in vergelijking met andere merken”, vertelt Niek Lamberink. De 7530 typeert hij als een “mooie compacte trekker”, die “simpel schakelt”, waardoor eigenlijk iedereen er op kan rijden.
“De uren stapelden zich op”
De 7530 werd al snel veel ingezet. De uren stapelden zich op. De ene keer voor een tank, die in hondegang loopt, en de andere keer voor een ladewagen. “Toen vrijwel dagelijks. Nu alleen voor hand-en-spandiensten, zoals inkuilen. De trekker is ook al aardig op leeftijd. Dat doen we ook bewust. Onze vaste werkwijze is dat als de grens van twaalfduizend uren wordt bereikt, de trekker wordt gespaard. Ze gaan met een oude dag zeg maar, want hoe ouder de machine hoe hoger de reparatiekosten.”
Case kan niet tippen aan John Deere
Het Overijsselse loonbedrijf heeft een geelgroen gekleurd wagenpark. En dat is bewust. “We hebben ook één Case, maar die kan gewoon niet mee komen met onze John Deere-trekkers.” Ook werkt mee dat de lijntjes met twee John Deere-dealers in de omgeving kort zijn. De 7530 is via mechanisatiebedrijf Jansen en Meppelink uit Dalen op het bedrijf gekomen.
Tekst: Martin de Vries
Foto: Niek Lamberink
Dit betreft een artikel uit ons vakblad de Loonwerker. Het hele artikel lezen?