Het sluiten van de divisie van spuitmachines door Lemken leek een donderslag bij heldere hemel. Helemaal omdat afgelopen najaar op de Agritechnica in Hannover nog twee nieuwe topmodellen aan het publiek werden getoond. De veldspuiten zijn echter niet in productie gegaan.
Geen gemakkelijke beslissing, blikt Iljan Schouten terug. “Maar wel een logische uitkomst van een optelsom.” Bovendien biedt de ontwikkeling binnen het Duitse concern een kans om Steketee nog sterker in de markt te zetten. Want de toekomst van mechanisch onkruidbestrijding zit in goeddoordachte schoffelmachines met intelligente cameratechnieken, is de overtuiging van Schouten.
Is er momenteel sprake van ‘stilte na de storm’?
“Nou, we hadden misschien wel een storm verwacht. Het nieuws dat je stopt kan hard aankomen in de fabrieken en bij de dealers van de veldspuiten. In Duitsland waren de emoties natuurlijk wel hoger. Dat is ook de thuismarkt. En ook uit Oost-Europa, Polen is bijvoorbeeld een grote markt voor Lemken, kwamen best kritische geluiden. Maar, nu het nieuws goed is ingedaald, denk ik dat het best goed is verlopen en dat collega’s, gebruikers, dealers en klanten het besluit wel begrijpen.”
Onverwacht nieuws
Het nieuws kwam voor de buitenwereld denk ik vrij onverwacht. De internationaal verstuurde persberichten gaven vooral de indruk dat strengere regelgeving op het gebied van gebruik van middelen aan het besluit ten grondslag ligt. Toch lees je door de regels door dat de beslissing veel meer facetten kent en een lange aanloop kent. Daarentegen toonden jullie kortgeleden wel nieuwe modellen op de Agritechnica. Hoe moeten we dit rijmen?
“Op dit moment kunnen we denk ik wel concluderen dat dit de logische uitkomst van een langer proces is. Het einde van een traject dat jaren geleden al is ingezet. Het is ook geen gemakkelijke beslissing. Het beginnen met een product doe je niet zomaar, er mee ophouden ook niet. De knoop werd drie tot vier maanden na Agritechnica doorgehakt. Daar presenteerden we twee nieuwe producten, waar we nog steeds enorm trots op zijn.
Met volle overgave durf ik te zeggen dat die trots ook gemeend is. We hebben ook veel positieve reacties gekregen. We zijn bij Lemken ons daarna wel gaan afvragen of we het nog wel juist doen? Van het eerste idee tot marktintroductie denken we na over de vraag of dit de goede weg is om succesvol te worden. We steken veel tijd en energie in het optimaal bedienen van onze klanten in Europa. De wereld is echter aan het veranderen. Veel dingen weten we nog niet. Met het oog op wetgeving, wat wordt standaard? Daarnaast merkten we heel duidelijk dat er rond chemie veel gaande is. Hoe kunnen wij ons nog onderscheiden als we zien dat de aantallen veldspuiten minder worden, terwijl er geen aanbieders verdwijnen? Als Lemken hebben we altijd de filosofie gehad om producten te maken, waar we uniek mee zijn.
De modellen, die we op Agritechnica hebben gepresenteerd, zijn uiteindelijk niet in productie gegaan. Dat is jammer, vanwege alle goede reacties, maar wij vinden dat als je iets in de markt zet je er ook vol voor moet gaan. Met de verkoop van de eerste machines bereik je een point of no return. Als het nu om één of om duizend modellen gaat. Je bent er verantwoordelijk voor en ook onderdelen zul je moeten blijven leveren.”
CropCare
Jullie programma CropCare laat al een ander soort beweging zien. Toch is het allemaal vrij snel gegaan. Zolang bouwt Lemken toch nog geen veldspuiten?
“Klopt. Met de overname van spuitenfabrikant Jacoby en RTS in 2005 werden de veldspuiten aan het productenassortiment van Lemken toegevoegd. Doordat er steeds meer merken eenzelfde soort product aanbieden, zagen we dat deze divisie wat ‘door hobbelde’. Althans, er werden niet de stappen gezegd, die men wilde. In 2016-2017 werd het nieuwe programma Crop Care gestart. De focus kwam met een nieuwe fabriek en Business Unit écht op gewasverzorging te liggen. Dus niet specifiek veldspuiten.
Toen ben ik ook overgestapt en heb me bezig gehouden met de missie en visie van Lemken Crop Care. Daarbij vragen we ons continu af wat economisch, sociaal en op het gebied van wetgeving verantwoord is. Doen we nog wel de juiste dingen. Het openen van een speciale fabriek voor veldspuiten in het Duitse Haren in 2016 is in dat licht nog altijd een gerechtvaardigd besluit. Mede door nieuwe, betere producten te ontwikkelen wilden we het gebruik van middelen minimaliseren. We zeggen ook bewust niet dat we niet in chemie geloven.
Wij maken de keuze voor kleiner en preciezer. Daarmee kijkt Lemken verder dan alleen maar ijzer. Wat heb je aan de meest toffe machines, als je daar op termijn niets aan hebt? We willen met bijvoorbeeld apptechnieken kijken hoe we de machines op de juiste manier inzetten. Ook onze samenwerking met AppsforAgri is daar een mooi voorbeeld van. Dat laat zien hoe digitale producten binnen een groot bedrijf kunnen integreren, al vraagt het wel aandacht.”
Gaat de fabriek in Haren nu dicht?
“Nee, daar worden straks zaaimachines gebouwd. Personele impact is er wel op de hoofdlocatie in Alpen. Personeel heeft de mogelijkheid om te verhuizen naar Haren. In Alpen ontstaat nu de ruimte om de lijnen qua logistiek anders in te richten. Dat was al langer een wens. Het gaat dus eigenlijk alleen maar om het verhuizen van productie.”
Mechanische onkruidbestrijding versterken
Zit in het besluit om de veldspuiten af te stoten ook het idee om mechanische onkruidbestrijding in de vorm van Steketee te versterken?
“Het is een optelsom en een afgeleide van Crop Care. Met de overname van Steketee zag Lemken twee jaar geleden een kans om zich te versterken. Een familiebedrijf, net als Lemken waar inmiddels de zevende generatie aan het roer staat. Steketee is gewoon een sterke naam met innovatieve productontwikkeling. Het geld dat je in veldspuiten steekt, kun je niet aan andere zaken uitgeven. Schoffelen is een techniek zo oud als de weg naar Rome. De techniek is wat op de achtergrond verdwenen. In de biologische sector zag je een revival en inmiddels ook in gangbaar zit schoffelen in de lift. Vooral door de combinatie met slimme technieken als camera’s. De visiontechniek wilden we graag in eigen huis hebben. Zo kwamen we in Nederland uit. Sinds 2000 werkt men in Stad aan ’t Haringvliet al met camera’s”
Tekst en foto’s: Martin de Vries