De tabel geeft de verschillende fases van volwassenheid weer van de zeven categorieën veldrobots en drones. De groene cirkel is de geschatte, relatieve marktomvang per categorie wereldwijd in 2030. Die hebben we ingeschat met behulp van mondiale verkoopcijfers, beurspresentaties, jaarrapporten, vakliteratuur en interviews.
Onkruidbestrijdingsrobots
De grootste categorie veldrobots betreft die voor onkruidbestrijding, waaronder zowel de mechanische schoffelrobots als chemische spuitrobots vallen. Grootmacht is de Franse fabrikant Naïo Technologies, waarvan zo’n 150 á 200 stuks van zijn drie typen onkruidbestrijdingsrobots (Oz, Ted en Dino) in Frankrijk, Duitsland en Californië zijn verkocht. Eind 2021 verwacht Naïo dat er circa duizend van zijn robots actief zijn op de velden.
De Deense fabrikanten FarmDroid en AgroIntelli hebben respectievelijk 60 en 20 actieve zaai- en schoffelrobots. In chemische spuitrobots is het Amerikaanse GUSS de grootste fabrikant, met spuitrobots die circa 285.000 euro per stuk kosten. In Zwitserland zal ecoRobotix, geholpen door een investering van chemiereus BASF, tot de markt toetreden. In Australië timmert SwarmFarm Robotics aan de weg met het aanbieden van lease voor circa tien spuitrobots, en het Amerikaanse FarmWise heeft tot dusverre zo’n twaalf onkruidrobots as-a-service geleverd, waarbij de agrariër betaalt naar gebruik.
Nederlandse partijen als Odd.Bot en Steketee gaan de komende jaren ook commerciële robots uitbrengen. Verschillen in teeltsystemen en spoor- en werkbreedtes vormen daarbij uitdagingen, maar de relatief hoge arbeidskosten van manuele onkruidbestrijding en de grote afzetmarkt geven deze markt een relatief hoge groeipotentie.
Multifunctionele robots
De op een na grootste categorie veldrobots betreft de multifunctionele robot, een werktuigdrager die als platform fungeert waaraan meerdere modules en sensoren gehangen kunnen worden. Daardoor kan met een en dezelfde robot bijvoorbeeld worden gezaaid, onkruid worden geschoffeld, worden geoogst en gewasinspectie worden gedaan.
Grootmachten zijn hier het Deense AgroIntelli en het Amerikaanse DOT, dat stelt zo’n twintig tot vijfentwintig robots te hebben verkocht voor 250 tot 300 duizend dollar per stuk. De zogeheten Robotti van AgroIntelli is leverbaar vanaf 100.000 euro. In Nederland zijn er al vier actief. In de toekomst hopen de Nederlandse start-ups Pixelfarming Robotics en Ruvu ook een multifunctionele robot op de markt te brengen.
Autonome tractoren
De categorie robottractoren wordt gedomineerd door de grote, internationale fabrikanten als John Deere en AGCO uit de VS, het Italiaans-Amerikaanse CNH en het Japanse Kubota. Zij zien de lichte, autonoom rijdende tractoren als de volgende evolutiestap van hun gps-gestuurde tractoren.
Aziatische partijen kunnen hier vooralsnog harder groeien, omdat ze minder worden beperkt door wetgeving. Kubota leverde al minimaal zestig autonome tractoren in eigen land en landgenoot Yanmar leverde al vijftig YT01- robottractoren voor prijzen tussen 95.000 en 120.000 euro. Het bedrijf uit Osaka heeft bovendien een ‘ombouwset’ van tienduizend euro om een bestaande tractor autonoom te maken.
Buiten Azië zijn de robottractoren vooral nog een belofte, totdat de wetgeving er klaar voor is. Vooralsnog betreffen het veelal prototypes die op vakbeurzen de aandacht krijgen. In Nederland is Precision Makers een pionier. Het bedrijf gebruikte de techniek van zelfrijdende golfbaanmaaiers om zijn robottractor Greenbot te maken en werd ingelijfd door de Amerikaanse grootmacht Alamo Group. Andere producenten zoals Farmertronics en AgXeed introduceren binnenkort hun 0-serie.
Oogstrobots
Oogstrobots zijn misschien wel de grote belofte. In de VS, Australië en Frankrijk plukken zij aardbeien, appels, tomaten en wijndruiven, dankzij fabrikanten als Vitibot, Root.ai en Octinion. Daarmee kunnen agrariërs veel arbeidsloon besparen en vermindert het aantal arbeidsgerelateerde klachten.
Om die redenen wordt veel onderzoek gedaan naar dit deelsegment, maar de praktische implementatie is weerbarstig. Fruit en groente variëren enorm in vorm en rijpheidsstadia en vanwege voorhangende bladeren of groei in de grond is visuele inspectie moeilijk. Daarnaast is zachtfruit erg teer en daardoor moeilijk om met afdoende snelheid en kwaliteitsbehoud te oogsten. Het marktpotentieel voor de komende jaren wordt daarom toch relatief laag ingeschat.
Om die redenen wordt veel onderzoek gedaan naar dit deelsegment, maar de praktische implementatie is weerbarstig. Fruit en groente variëren enorm in vorm en rijpheidsstadia en vanwege voorhangende bladeren of groei in de grond is visuele inspectie moeilijk. Daarnaast is zachtfruit erg teer en daardoor moeilijk om met afdoende snelheid en kwaliteitsbehoud te oogsten. Het marktpotentieel voor de komende jaren wordt daarom toch relatief laag ingeschat.
Nederlandse fabrikanten richten zich onder meer op asperges (Cerescon, AvL Motion) en komkommer, paprika, broccoli, witlof of spruitjes (Tumoba, Sweeper, Rolan, Saia en Crux Agribotics).
Gewasinspectierobots en zaairobots
De laatste categorieën robots zijn de gewasinspectierobots en de zaairobots. De toepassing van gewasinspectierobots wordt vooral onderzocht in Frankrijk, Italië en Spanje, waar dergelijke robots kunnen helpen bij ziektecontrole en het bepalen van rijpheid van druiven op de wijngaarden. Voorbeelden hiervan zijn de Vinescout, Vinbot, CEOL en de VitoScanner.
De meeste gewasinspectierobots zijn prototypes gebaseerd op gezamenlijk universitair onderzoek en gefinancierd met Europese subsidies. In Nederland wordt geëxperimenteerd in de kassen met de Plantalyzer van Berg Hortimotive en de IRIS-scout van Metazet.