Aerts is een oer-Belgische fabrikant die al ruim 60 jaar naar eigen inzicht ploegen ontwikkelt en produceert. Door het zelf afleveren en begeleiden van gebruikers blijft de link met de praktijk behouden én zijn gebruikers optimaal toegerust.
Grondlegger Maurice Aerts vond in de jaren vijftig van de vorige eeuw al dat de bestaande ploegen onvoldoende aan zijn wensen voldeden om kwalitatief goed ploegwerk op de ouderlijke boerderij af te leveren. Al vroeg paste hij bestaande ploegen dan ook naar eigen inzicht aan. Dat waren veelal één- of tweeschaar ploegen die qua werkbreedte beperkt waren. Ook destijds trok hij ze al voort met een trekker en ploegde hij met de aangekochte ploegen in loonwerk voor omliggende boeren. Nadat hij in 1958 trouwde, startte hij het familiaire constructiebedrijf en niet veel later produceerde hij zijn eigen één- en tweeschaar ploegen.
De Aerts ploegen hadden tot aan 1969 een groene kleur vanwege het John Deere dealerschap van het bedrijf en na die tijd is dat rood om aan te sluiten bij de Massey Ferguson kleuren. Opzien baarde hij later met z’n gesofistikeerde witloofrooiers maar dat werd minder toen deze teelt in een crisis belandde.
Door de specifieke opbouw van de ploeg is deze nagenoeg volledig in balans. Bovendien ligt de hoofdbalk van een Aerts Rapide aan de ‘tegenovergestelde’ zijde, aan de kant van het geploegde land.
De ploeg weer opgepakt
Geïnspireerd door de automatische diepteregeling van de Ferguson-trekkers, ontwikkelde Maurice Aerts al vroeg wentelploegen zonder steunwiel. Het evenwicht en de symmetrie van de ploeg maakten een dergelijke constructie mogelijk. Doordat de witloofrooiers al Maurice z’n tijd opeisten, was er tijdelijk minder aandacht voor de doorontwikkeling van zijn ploegen. Maar begin de jaren tachtig zag hij hoe lokale boeren worstelden met de smalle ploegen en snijbreedtes om de laatste voor netjes af te ploegen.
“Er werd gewerkt met speciale bokken om de ploeg verder opzij achter de trekker te hangen zodat de ploeg buiten de trekker langs kon ploegen”, zegt Tim Aerts, de kleinzoon van Maurice. Daarop werd in 1983 een hydraulisch bediende variabele snijbreedteverstelling ontworpen zodat bij het afploegen van een perceel een grotere snijbreedte tot 62 cm gekozen kon worden. Dit was de geboorte van het nu alom gebruikte vario-principe. Het voordeel hiervan kwam niet alleen tot uiting bij het afploegen, het bewees ook zijn nut op percelen met bonte grond: verschillende grondsoorten op één perceel. De naam Rapide werd in 1982 geadopteerd na de overname van de voormalige Rapide-fabriek in Ophasselt.
Deze constructie van de snijbreedteverstelling met brede vetgesmeerde platen draagt bij tot de robuustheid van de ploeg en lage gebruikskosten.
Beter in balans
Volgens Tim Aerts is ‘de enige overeenkomst met andere ploegen dat ze net als onze ploegen de grond bruin leggen’. Hoewel de Ferguson-diepteregeling aan de basis lag van de constructie zonder dieptewiel, is dat iets dat ook ter dege constructieve gevolgen had. Door de specifieke opbouw van de ploeg is deze volgens Tim namelijk nagenoeg volledig in balans: als een schommel met twee even zware kinderen. Bovendien ligt de hoofdbalk van een Aerts Rapide aan de ‘tegenovergestelde’ zijde, aan de kant van het geploegde land.
Wat ook opvalt is dat de relatief korte risters, standaard zijn dit de 3B-risters, vrij dwars op het frame staan en afsteunen op een enkele strip die aansluit op het rister. Dit schept ruimte voor een korte bouw met een schaarpuntsafstand van 92 tot 95 cm. Iets dat tevens bijdraagt aan het bouwen van een compacte ploeg. Ook zijn er geen aparte ristersteunen waar zich gewas- of grondresten op kunnen hopen. Tim geeft aan dat de voorscharen eveneens vrij staan hetgeen ruimte schept voor een grote door-laat en het stropen van gewasresten helpt voorkomen.
Tekst: René Koerhuis, Michiel Saeyens
Foto's: Michiel Saeyens, fabrikant, gebruiker